Jarenlang lag Sderot, op een steenworp afstand van de Gazastrook, onder vuur. Op slechte dagen kreeg het stadje soms tientallen raketinslagen te verwerken.

Sinds de Gazaoorlog, eind 2008-begin 2009, was het relatief rustig in Sderot. Slechts af en toe ging de afgelopen jaren het luchtalarm af.

Dat veranderde begin deze week abrupt toen Palestijnse strijders hun aanvallen op het zuiden van Israël plotseling opvoerden. En na het begin van de Israëlische operatie Wolkkolom, woensdag, leven de bewoners van Sderot weer voortdurend in angst.

Odelia ben Porat moest donderdag vijf keer naar de schuilkelder rennen. Amper vijftien seconden heeft ze om dekking tegen inkomende Palestijnse raketten te zoeken.

Sderot is een spookstad, vertelt Ben Porat. „Scholen en bedrijven zijn gesloten. Kinderen en hun verzorgers moeten binnen blijven in speciaal daarvoor aangewezen ruimtes.”

Het opgelaaide conflict herinnert de Israëlische aan de periode die aan de vorige Gazaoorlog vooraf ging. Maar er is wél verschil, benadrukt Ben Porat. „Deze keer strekt het geweld zich over het hele zuiden van Israël uit. De Arabieren gebruiken raketten die dodelijker zijn dan toen en de schade is dan ook groter dan ooit.”

In het verleden klaagden inwoners van Sderot en andere plaatsen in de buurt van de Gazastrook veelvuldig over gebrek aan optreden door de Israëlische regering. Nu is dat anders, zegt Ben Porat. „De luchtmacht heeft al ver boven de honderd doelen geraakt. Ik heb het gevoel dat deze operatie werkelijk verschil zal maken.”

Veel gezinnent brengen komend weekend buiten Sderot door, buiten het bereik van de raketten. Zelf blijft ze. „Ik moet getraumatiseerde mensen helpen. Ik vlucht niet.”