Antillen: Nederland moet betalen voor kleine eilanden
Nederland moet meer gaan betalen aan het solidariteitsfonds. Nu neemt de landsregering van de Antillen het leeuwendeel van dit fonds voor de drie kleine eilanden Bonaire, Saba en Sint Eustatius voor haar rekening. Nederland zou dit moeten overnemen, vindt de gevolmachtigde minister van de Nederlandse Antillen, Adriaens.
Adriaens zei dit maandag na de presentatie van het eindrapport van de commissie–Havermans. Curac_ao betaalt nu 55 procent van dit fonds, Nederland 20 procent. Dat zou andersom moeten, vindt Adriaens. „Nederland is de grootste en de rijkste."
De gevolmachtigde minister van Aruba, mevrouw Tromp–Yarzagaray, waarschuwde dat haar regering de indexeringen wil stopzetten omdat er moet worden bezuinigd. Ze kon niet zeggen of dit ook geldt voor het solidariteitsfonds, waaraan Aruba de resterende 25 procent bijdraagt.
Minister De Graaf (Koninkrijksrelaties) onthoudt zich van commentaar. Hij spreekt volgende week met een delegatie van de Antillen over deze kwestie.
Het solidariteitsfonds werd in 1986 opgericht. Tot 2000 gebeurde er niets mee, zodat de drie eilanden waarvoor het fonds bedoeld is, met grote schulden kwamen te zitten. Dat is inmiddels rechtgezet. De commissie–Havermans heeft onderzocht hoe het verder moet.
De commissie bepleit onder meer een wettelijk kader, duidelijk toezicht, goed bestuur en de mogelijkheid voor de eilanden om zelfstandig geld te lenen. Ook moet er een onderzoek komen naar de kostendekkendheid van zee– en luchthavens en van nutsbedrijven.
De omvang van het fonds zou vanaf 2004 langzaam omlaag moeten, van 35,7 miljoen Antilliaanse gulden (ongeveer 18 miljoen euro) tot 33,5 in 2007. Vooral Bonaire zou moeten inleveren, van 19,8 miljoen in 2004 naar 17,6 in 2007. Sint Eustatius levert in die periode 87.000 gulden in van de 7,9 miljoen die het eiland in 2004 krijgt en Saba blijft gelijk op iets meer dan 8 miljoen.
Curac_ao is nu nog het ijkpunt voor deze bedragen. Dat zou ook anders moeten, vindt Adriaens. De situatie op de drie eilanden zou moeten worden gemeten naar Nederlandse standaarden. „We zijn gelijke partners binnen het Koninkrijk. Accepteer je dan zulke grote verschillen van bestaansniveau?" vraagt de gevolmachtigde minister zich af.