In Khartoem rusten honderden Britse soldaten
Ver van huis liggen in de Sudanese hoofdstad Khartoem honderden Britse soldaten begraven. Hun graven herinneren aan een vaak vergeten hoofdstuk uit de geschiedenis van de Eerste en de Tweede Wereldoorlog.
Aan de zuidoostelijke rand van Khartoem ligt, omsloten door een hoge muur, de christelijke begraafplaats. Een stoffige weg voert naar de ingang, op de achtergrond staat hoogbouw. Er staan honderden kruizen, met en zonder crucifix, met opschriften in het Engels, Arabisch, Ethiopisch en Aramees. Hier worden de christenen van Khartoem al tientallen jaren ten grave gedragen. De Sudanese Raad van Kerken kreeg dit stuk grond in 1975 door de regering toegewezen.
Op de rustplaats loopt een oude dame gebogen met een emmertje water langs de graven. Ze is gekleed in een lange, blauwe, bloemetjesjurk en heeft een oude doek om haar hoofd geknoopt. De vrouw gebaart, loopt vooruit en blijft stilstaan bij een graf. Ze vertelt het levensverhaal van de dode. Weer wijst ze, loopt naar een ander graf en diept nog meer herinneringen op.
„Komt u voor een voorouder?” wil ze weten. Ze is Zuid-Sudanees, zoals velen die op deze begraafplaats begraven zijn, en heeft een lang leven in Khartoem achter de rug. Terug naar Zuid-Sudan wil ze niet. Ze schudt resoluut haar hoofd. „Mijn dochter is na de onafhankelijkheid teruggegaan”, zegt ze. „Maar die is nu weer in Khartoem. Het was niets daar.” En voort gaat het, langs de stoffige paden. Het vale emmertje wordt weer naar een andere zerk gedragen.
Omarmd door de christelijke begraafplaats ligt nog een dodenakker, afgescheiden door een puntig hek. Er staan lange rijen witte graven, keurig in het gelid. Ertussen liggen perfect geschoren grasmatten. Het is de laatste rustplaats van honderden Britse soldaten, veelal omgekomen in de Eerste of de Tweede Wereldoorlog. Op de stenen staan namen als Cameron en MacDonald. Ze zijn gesneuveld in Sudan of elders in Oost-Afrika en hebben hun laatste rustplaats in Afrikaanse bodem gevonden. Het opent een bladzijde uit de geschiedenis die weinig opgeslagen wordt.
Mussolini
”Gesneuveld tijdens de Oost-Afrikaanse Campagne 1940-1941”, meldt een monument ter ere van een kleine 600 soldaten van wie geen graf bekend is. De jaartallen uit het begin van de Tweede Wereldoorlog keren op veel van de graven terug.
De Oost-Afrikaanse Campagne staat voor een reeks oorlogen van Britse troepen tegen Italië. Het voorspel ervan ligt in de jaren dertig van de vorige eeuw, als de Italiaanse leider Mussolini zijn imperialistische oog ook op delen van Afrika laten vallen. De fascistische heerser roept in mei 1936 het Italiaans-Oost-Afrikaanse Rijk (Africa Orientale Italiana) uit. Het gebied bestaat uit het nieuw veroverde Ethiopië en de Italiaanse kolonies Eritrea en Italiaans-Somaliland.
Daarmee is Mussolini’s landhonger in Afrika echter nog niet gestild. Hij wil niet alleen doorstoten naar het strategische Suezkanaal en Egypte, maar ook naar Sudan en Brits-Oost-Afrika (Kenia, Tanganyika (Tanzania) en Uganda). Het zou prachtige propagandistische triomftochten op kunnen leveren, redeneert hij.
Als Italië in 1940 de oorlog verklaart aan Groot-Brittannië en Frankrijk komen de verhoudingen ook in Oost-Afrika op scherp te staan. De Italiaanse troepen in Afrika zijn daarmee een directe bedreiging geworden voor Britse handelsroutes langs de Rode Zee en door het Suezkanaal. De Italianen beginnen intussen voorzichtig naar rek te zoeken in de grenzen van hun Afrikaanse rijk. In juni 1940 bombarderen ze een luchtmachtbasis in Kenia en in augustus trekken ze Brits-Somaliland binnen.
De Britten laten dit uiteraard niet zomaar over hun kant gaan. Eind oktober 1940 smeden Britse generaals in Khartoem plannen voor een tegenaanval. Omdat lokale steun onontbeerlijk is, sluiten ze een pact met de verdreven Ethiopische keizer Haile Selassie. De keizer was na de inname van zijn land in 1936 naar Groot-Brittannië gevlucht en kort na de Italiaanse oorlogsverklaring in 1940 naar Sudan gekomen. De Britten beloven hem te helpen om zijn land te bevrijden.
Tegenoffensief
In januari 1941 gaat het Britse tegenoffensief van start. Ze nemen de Italianen in de tang. Vanuit het noorden van Sudan vallen Britse troepen Eritrea binnen, terwijl vanuit Kenia opgetrokken wordt naar Italiaans-Somaliland. De zuidelijke troepen nemen op 26 februari de hoofdstad Mogadishu in. Eritrea valt in april in Britse handen.
De Britse troepen stoten vervolgens door tot in Ethiopië, waar de Italianen zich op 16 mei overgeven. Verspreide Italiaanse soldaten houden nog een aantal maanden voet bij stuk, totdat ook zij op 27 november moeten inbinden. Daarmee is de Oost-Afrikaanse Campagne officieel ten einde. Maanden later, op 5 mei 1942, trekt Haile Selassie in gezelschap van de Britse generaal Wingate zegevierend de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba binnen.
De oorlog laat zich in een paar alinea’s samenvatten, maar kostte veel strijd en bloed. Honderden Britse gevallenen van het Sudanese regiment vinden op verschillende plekken in het Afrikaanse land hun graf, totdat ze in 1960 verzameld worden op een gemeenschappelijke oorlogsbegraafplaats in Khartoem. Van 600 Britse gevallenen is onbekend waar ze hun graf hebben gevonden. Ze liggen, ver van huis, verspreid over de slagvelden van de Oost-Afrika.
Het waren niet alleen Britse jongens die deelnamen aan de campagne. In de gelederen van de Oost-Afrikaanse Campagne vochten ook veel Afrikaanse soldaten mee. In Khartoem staan er dan ook monumenten voor een aantal Oost-Afrikaanse soldaten.
Mahdi
De oorlogsbegraafplaats van Khartoem biedt nog meer verborgen geschiedenis. Veel oorlogsgraven aan de oostkant van de rustplaats bevatten bijvoorbeeld de stervensdata 1885 en 1886. Daarmee belanden we diep in de strijd tussen koloniale overheersers en de lokale bevolking. Het is 1886 als volgelingen van de islamitische geestelijke Mohammed Ahmed na een intensieve oorlog de Egyptisch-Britse overheersing uit Sudan (toentertijd behorend tot het Koninkrijk Egypte) verdrijven. Ahmed claimt de Mahdi te zijn: de beloofde verlosser van de islamitische wereld. De bevrijding is echter niet voor lang: de Britten keren aan het einde van de eeuw weer terug.
Dan zijn er nog de oorlogsgraven uit de Eerste Wereldoorlog en voor gevallen soldaten tussen de grote wereldoorlogen in. Britse diplomaten en regeringsleiders lassen bij reizen naar Khartoem veelal een bezoek aan de oorlogsbegraafplaats in. Al liggen deze soldaten ver, zeer ver, van huis, helemaal vergeten zijn ze nog niet.