Ministerie wil meer grip op zeilende scholier
RIJSWIJK (ANP) – Het ministerie van Onderwijs wil meer grip op initiatieven als School at Sea, het 6 maanden durende zeil- en lesprogramma waarin scholieren naar de Caraïben en terug varen. Na afloop daarvan bleef 1 op de 6 scholieren zitten, blijkt uit een analyse van het ANP. Vorige maand vertrok een tweede lichting met 61 scholieren aan boord.
Tijdens de eerste editie van de tocht, die afgelopen winter plaatsvond, namen de 33 zeilende scholieren hun schoolwerk mee om bij te blijven. De deelnemers komen van verschillende scholen en niveaus en hebben individuele afspraken met hun school over zelfstudie en toetsing. Ze blijven op hun eigen school ingeschreven staan, dus voldoen aan de leerplicht. „Sommigen hoeven aan boord helemaal geen toetsen te maken, anderen bijvoorbeeld drie per vak”, vertelt Alieke Krone, woordvoerder van de organisatie School At Sea. Vijf docenten zeilen mee en behandelen de lesstof met kleine groepjes leerlingen.
Als de leerlingen in mei terugkeren, gaan ze weer verder op hun eigen school. Maar bij de vorige lichting verliep dat afgelopen schooljaar niet vlekkeloos. Krone: „Bij een aantal leerlingen bleken de gemaakte afspraken met docenten niet duidelijk. Zij moesten na terugkomst in korte tijd bijvoorbeeld ineens een heleboel toetsen inhalen.”
Het ministerie van Onderwijs is kritisch. „Natuurlijk is deze zeilreis een bijzondere ervaring voor de leerlingen, maar het kan niet zo zijn dat docenten achteraf veel tijd kwijt zijn aan het bijspijkeren van achterstanden die leerlingen tijdens een boottocht hebben opgelopen”, aldus de woordvoerder van staatssecretaris Sander Dekker.
Ook stelt het ministerie dat goed inspectietoezicht bij School at Sea nauwelijks mogelijk is. „De kwaliteit van het gegeven onderwijs moet goed zijn en dat moeten we in beeld hebben. De inspectie kan de onderwijskwaliteit hier lastig meten,” aldus een woordvoerder. Het ministerie overlegt met leerplichtbrancheorganisatie Ingrado hoe om te gaan met toekomstige initiatieven. „Daarbij staat voorop dat inspectie van het onderwijs mogelijk moet zijn”, aldus het ministerie.
Uiteindelijk moesten 6 leerlingen het schooljaar overdoen, zo’n 18 procent van de deelnemers. Uit cijfers van de Onderwijsinspectie blijkt dat van ‘gewone’ scholieren slechts 6,6 procent blijft zitten. School at Sea claimt echter dat diens ‘zittenblijfcijfer’ vergelijkbaar is met scholen die een nieuwe manier van onderwijs hanteren. „Bovendien had een aantal van onze doubleurs aan het begin van het schooljaar al gehoord dat ze sowieso zouden blijven zitten.” Voor de nieuwe lichting zijn de afspraken met de scholen aangescherpt, stelt de organisatie.