CDA tast naar nieuwe koers
DEN HAAG – Het CDA gaat zoekend en tastend zijn weg na de immense verkiezingsnederlagen van juni 2010 en september dit jaar. Moet de C van het CDA een nieuwe invulling krijgen of juist niet?
Onder het thema ”Dood of wederopstanding” dacht een groep betrokken CDA’ers donderdag in het gebouw van de Eerste Kamer tijdens een symposium na over de toekomst van de partij. Aanleiding was het jongste nummer van Christen Democratische Verkenningen (CDV) over het christelijke in de politiek. CDV is het blad van het wetenschappelijk instituut voor het CDA.
Prof. dr. E. Borgman, hoogleraar publieke theologie in Tilburg, stelde de christendemocraten in zekere zin gerust. Hij wees erop dat niet alleen de christendemocratie in een crisis verkeert, maar ook de sociaaldemocratie en het liberalisme. „PvdA en VVD hebben alleen het geluk dat zij nu goede leiders hebben in Samsom en Rutte.”
Volgens Borgman zit het probleem heel diep. „Politici denken dat zíj de maatschappelijke problemen moeten oplossen, maar de wereld is niet te veranderen via de politiek. De politiek moet de samenleving niet vormen, maar dienen. Politiek is dienstbaar aan de oplossingen en sluit aan bij initiatieven in de samenleving.” Dat moet volgens de rooms-katholieke hoogleraar, die zelf geen lid is van het CDA, de kern zijn van christelijke politiek.
Als voorbeeld noemde hij de eerste vrouwelijke minister van KVP-huize, Klompé. „Die wilde instrument van God zijn, maar was wars van programma’s. Zij keek naar wat mogelijk is en was zo dienstbaar. Ze was principieel en flexibel tegelijk.”
Prof. dr. S. Paas, bijzonder hoogleraar kerkvernieuwing aan de Vrije Universiteit, waarschuwde voor het gevaar om alles wat het samenleven en de gemeenschap bevordert, goed en daarom christelijk te noemen. Hij wil graag zuinig zijn op die term. „Christelijk is volgeling van Christus zijn, gegrepen zijn door Hem en Zijn Koninkrijk, uitzien naar Zijn komst. Christen zijn heeft te maken met bekering, doop en getuige zijn van wat God doet. De term christelijk is te warm en te vol om hem te verbinden met aardse politiek.” Theocratische politiek noemde hij „een dwaling.”
Volgens Paas, in het verleden actief binnen de ChristenUnie, is christelijke politiek in het Westen per definitie conservatieve politiek, namelijk in de zin van het bewaren van de cultuurgeschiedenis.
Dat is voor oud-minister en oud-burgemeester Deetman, die momenteel lid van de Raad van State is, te mager. Hij stelde in zijn betoog dat het CDA koers kan houden door de inspiratie van het Evangelie. Hij heeft de afgelopen jaren in de partij het debat over de betekenis van de C gemist, met name na het congres waarop is besloten om met de PVV te gaan samenwerken.
De staatsraad voegde er wel aan toe dat het CDA geen kerkelijke beweging is, maar een politieke. Uiteindelijk gaat het om concrete politieke beslissingen die genomen moeten worden. Met het Evangelie als inspiratiebron kan een christenpoliticus „de samenleving soms een glimp laten zien van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.”
CDA-Tweede Kamerfractievoorzitter Buma sprak van een zoektocht die zijn partij momenteel doormaakt. Volgens hem is er zeker behoefte aan de C van het CDA, maar wel anders dan bij de oprichting van de partij in 1980. Ondanks de onkerkelijkheid is er volgens hem volop belangstelling voor immateriële waarden: „Daar moet het CDA op aansluiten.”