Eerste aanslag op lid Iraakse regeringsraad
Nadat eerder onder meer al het Amerikaanse leger en de Verenigde Naties in Irak het doelwit waren van aanslagen, hebben onbekenden zaterdag voor het eerst geprobeerd een lid van de pro-Amerikaanse regeringsraad te doden. Bestuurder Akila al-Hashimi raakte door de aanval in het westen van Bagdad ernstig gewond. Artsen noemden haar situatie zondag „ernstig maar stabiel”.
Al-Hashimi’s twee auto’s tellende konvooi werd zaterdag nabij het huis van de politica met een granaat of bom bestookt en daarna beschoten. Zij werd geraakt in buik, schouder en been. Ook haar chauffeur, broer en lijfwacht raakten gewond.
Na de schietpartij meldden Iraakse zegslieden dat ten minste één verdachte zou zijn gearresteerd of zelfs was doodgeschoten. Een anoniem lid van de door de Amerikanen geleide coalitie zei zondag echter dat er nog geen verdachten waren aangehouden.
De aanval zou zijn uitgevoerd door ten minste vijf mannen, die al-Hashimi vanuit de laadbak van een pick-up-truck beschoten. Het vijftal was volgens omwonenden in de dagen voor de aanval al in de omgeving gezien.
Over de achtergrond van de daders is nog niets bekend. Ahmed Chalabi, huidig voorzitter van de door Amerika ingestelde regeringsraad, speculeerde dat de aanval was uitgevoerd door „Saddams huurmoordenaars”. Anderen, onder wie al-Hashimi’s vrouwelijke collega Capuk, schoven de schuld in de schoenen van buitenlandse strijders, die proberen de Amerikanen uit Irak te verjagen.
De regeringsraad is onder een deel van de Irakezen omstreden. Tegenstanders zien de 25 leden van de interimregering als heulers met de Amerikaanse bezettingmacht.
Al-Hashimi is het hoogstgeplaatste lid van het voormalige regime dat in de regeringsraad zitting nam. In de verdreven overheid van Saddam Hussein werkte zij op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ook in de overgangsregering, waarvan zij een van de drie vrouwelijke leden is, houdt al-Hashimi zich bezig met buitenlandse politiek. De prominente sjiitische zou komende week de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York bijwonen.
Bij andere aanslagen kwamen in Irak zaterdag drie Amerikaanse militairen om. Bij de Abu Gharib-gevangenis ten westen van Bagdad stierven twee Amerikaanse militairen door een mortieraanval. Dertien anderen raakten gewond. De gevangenis was in augustus ook al het doelwit van een aanval. Toen kwamen zes Iraakse gedetineerden om het leven en raakten er zestig gewond.
In de stad Ramadi werd een Amerikaan gedood door een bomaanslag op een militair voertuig. In Ramadi wonen veel aanhangers van de verdreven president Saddam Hussein.
Op het diplomatieke front bleken de regeringsleiders van Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland niet veel nader gekomen over de politieke toekomst van Irak. Na een informele werklunch in Berlijn benadrukten de Britse premier Blair, de Franse president Chirac en de Duitse bondskanselier Schröder zaterdag dat zij willen dat de macht in Irak snel wordt overgedragen aan de Irakezen.
Verschil van mening bestaat nog over de vraag wanneer dit moet gebeuren. Chirac wil al binnen enkele maanden een machtsoverdracht, maar voor Blair is dat veel te vroeg. De Britse regeringsleider verzekerde echter dat de meningsverschillen zullen worden opgelost.