Gewelddadig begin van de dag in Syrië
DAMASCUS (ANP/AFP/RTR/DPA) – Zware gevechten zijn maandagochtend vroeg uitgebroken in de Syrische hoofdstad Damascus. Het regeringsleger zou vanaf de grond en vanuit de lucht bolwerken van rebellen bestoken als antwoord op recente aanvallen van de opstandelingen. Bij het bombardement kwamen zeker acht mensen om en raakten tientallen gewond.
Dat meldde het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten, dat sympathiseert met de rebellen. Volgens de organisatie zou vooral in het zuiden van de hoofdstad op de grond worden gevochten. Oostelijke wijken zouden zijn gebombardeerd. Ook plaatsen in het noordwesten van de provincie Idlib en vlak bij de grens met Irak zouden vanuit de lucht zijn bestookt.
Ook in de nacht van zondag op maandag werd gevochten in het zuiden van Damascus. Het Syrische leger beschoot toen onder meer het Palestijnse vluchtelingenkamp Yarmoek, met doden als gevolg. Het eigenlijke doelwit zou een bolwerk van rebellen zijn geweest. Het regime zou de opstandelingen steeds vaker vanuit de lucht proberen te bestrijden.
In totaal zouden zondag zeker 200 mensen door het hele land zijn gestorven door het geweld, onder wie 112 burgers, zei het Observatorium. Volgens die organisatie zouden Palestijnen meevechten met zowel het leger als opstandelingen.
In de grootste stad Aleppo zou maandag ook zwaar worden gevochten, onder meer bij het vliegveld en in het district Zahraa in het noordwesten. In Zahraa zou ook een magazijn van de Halve Rode Maan, de evenknie van het Rode Kruis, zijn afgebrand. Dat gebouw staat naast het complex van de inlichtingendienst van de luchtmacht. Het andere magazijn van de hulporganisatie staar onder controle van de rebellen.
Ook in de stad Homs zou zwaar worden gevochten. Het leger begon daar enkele dagen geleden met een offensief.
In Syrië woedt sinds maart vorig jaar een opstand tegen president Bashar al-Assad. Volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten zouden daardoor tot nu toe 36.000 mensen zijn omgekomen.