Ulenbelt (SP): Werkloze kan na halfjaar huis te koop zetten
DEN HAAG – Wie zijn baan verliest, duikelt straks al na één jaar werkloosheid naar een inkomen van 635 euro per maand. Onbegrijpelijk, vindt SP-Kamerlid Ulenbelt. „Ik had niet verwacht dat de PvdA dít voor haar rekening zou nemen.”
De gevolgen van de nieuwe zorgpremie staan deze dagen flink in de spotlights, maar de impact van de plannen die VVD en PvdA in petto hebben voor de arbeidsmarkt zijn ook niet mals, meent Ulenbelt (60), SP-woordvoerder voor sociale zaken.
Krijgt een werknemer die zijn baan verliest nu nog tot 38 maanden 70 procent van zijn laatste loon uitgekeerd, als het aan VVD en PvdA ligt is dat straks nog 12 maanden. Daarna zakt de toelage in één klap naar 70 procent van het minimumloon, wat volgens Ulenbelt neerkomt op 635 euro per maand.
„Een financiële aderlating”, zegt hij. „Het inkomensverlies is al zó snel zó groot dat iemand na een halfjaar solliciteren al moet overwegen zijn huis en auto te koop te zetten en zijn studerende kinderen van school te halen. Ga maar na: als een werknemer van 50 straks zijn baan verliest en niet snel aan de bak komt, zakt zijn inkomen van pakweg 2000 euro eerst naar 1400 euro, om na twaalf maanden verder te dalen tot 635 euro. Mensen die hun leven lang hard hebben gewerkt en premie hebben betaald, zien zo in no time hun hele toekomst aan gruzelementen gaan.”
Een werkloosheidsuitkering van één jaar is gewoon te kort, vindt Ulenbelt. „Ontslagen worden is iets anders dan jobhoppen. Na het overlijden van een partner of een kind wordt het ervaren als de meest traumatische gebeurtenis in een mensenleven. De klap van ontslag is zó groot dat er vaak een periode van rouwverwerking aan te pas moet komen. Maar die ruimte is er straks eigenlijk niet meer.”
Nu koestert Ulenbelt van de PvdA niet ál te hoge verwachtingen, daarvoor heeft hij in zijn periode bij vakbond FNV te vaak geconstateerd dat „PvdA’ers in de top van de bond hun partij belangrijker vonden dan hun bond.” Maar dít had zelfs Ulenbelt niet van de PvdA verwacht. „Ik snap werkelijk niet wat in ze is gevaren om onder deze maatregelen hun handtekening te zetten. De afgelopen jaren heeft de PvdA zich fel verzet tegen een kortere WW, juist omdat het zo’n onmisbaar werknemersvangnet is. Nu gaat de partij plots mee met de VVD in de liberale ideologie dat wanneer je de uitkeringen maar laag genoeg maakt, werklozen vanzelf wel aan de slag gaan.”
Maar dat is een redenering die volgens Ulenbelt niet opgaat. „En zeker niet in tijden van oplopende werkloosheid. Mensen solliciteren zich te pletter, willen dolgraag aan de slag om er weer helemaal bij te horen, maar 45-plussers en jongeren zonder startkwalificatie vinden amper werk. Iedere afwijzing is een nieuwe deuk in het zelfvertrouwen. Om mensen dan zó op te jagen, is haast een vorm van marteling. Ik vind het nogal wat als Kamerleden met een riante wachtgeldregeling zo’n keuze voor een ander maken.”
Naast een kortere WW willen VVD en PvdA werklozen ook verplichten om sneller –al na 6 maanden– te solliciteren op banen die ver onder hun niveau liggen. Ulenbelt: „De professor mag een baantje gaan zoeken in de schoonmaak. Nu is er niets mis met de gedachte dat werklozen best hun handjes kunnen laten wapperen, maar zo verspillen we maatschappelijke kennis. We sturen mensen toch niet naar de universiteit om vakken te gaan vullen?”
Ook de hervorming van het ontslagrecht die Rutte en Samsom in hun regeerakkoord opnamen, krijgt bij Ulenbelt de handen niet op elkaar. Waar werkgevers voor ontslag nu nog een vergunning moeten aanvragen bij uitkeringsinstantie UWV, geldt straks een niet-bindende adviesaanvraag. Een preventieve toets, zoals VVD en PvdA dit noemen, is dat volgens Ulenbelt niet. „De werkgever kan het gewoon negeren. Vervolgens is het straks aan de werknemer om naar de rechter te gaan. Die kán een ontslagvergoeding opleggen, maar de hoogte wil het kabinet fors beperken. Het nieuwe kabinet voert daarmee uit wat werkgevers altijd al hebben gewild. Dat de VVD dit steunt, begrijp ik, maar bij de PvdA is echt een aantal mensen van zijn geloof gevallen.”
Het ergste van alles vindt Ulenbelt dat er tegenover de vergaande arbeidsmarktplannen weinig staat om de werkgelegenheid te stimuleren. „Geen banenplan, geen investeringsplan, geen actieplan voor de jeugdwerkloosheid: niets! Sterker, de werkgelegenheid dáált door de plannen. En dan toch dit. Dat is het paard achter de wagen spannen.”
Want dat werknemers sneller ouderen aannemen wanneer het makkelijker wordt om hen te ontslaan, zoals economen soms redeneren, is onzin, stelt Ulenbelt. „Als jij nu mij aanneemt en volgend jaar alweer ontslaat, dan kost dat je twee maandsalarissen. Dat zijn de kosten dus niet. Dat ouderen niet worden aangenomen heeft vaak hele andere oorzaken.”
Volgens Ulenbelt gaat het in de liberale visie op werk al mis bij de basis. „Wij zien bedrijven als een gemeenschap van mensen die samen trots zijn op wat ze maken. Liberalen reduceren bedrijven tot technische entiteiten waar inkomen wordt verworven. Zo misken je de waarde die werk heeft voor mensen.”