Dat concludeert de commissie van de Eerste Kamer die een jaar onderzoek heeft gedaan naar de besluitvorming in Tweede Kamer en Senaat en de effecten van privatisering en verzelfstandiging van overheidsdiensten. Het rapport wordt dinsdag door commissievoorzitter en ChristenUnie-Senator Roel Kuiper gepresenteerd.

Volgens de commissie laat 30 jaar van privatiseren en verzelfstandigen zien dat de besluitvorming soms „grillig” was en dat de uitvoering van publieke taken buiten zicht is geraakt. De afstand tussen overheid en burger is steeds groter geworden. De belangen van burgers werden daardoor eenzijdig bekeken, zo concludeert de commissie. De burger werd vooral als consument en belastingbetaler gezien, terwijl die meestal in zijn dagelijkse leven geraakt werd door privatisering of verzelfstandiging van overheidsdiensten.

In het rapport zijn 18 aanbevelingen opgenomen. Een daarvan is om bestuurders van verzelfstandigde diensten in Eerste en Tweede Kamer te laten verschijnen om te vertellen over de uitvoering van het beleid. Dat is nu alleen wettelijk vastgelegd voor de president van De Nederlandsche Bank. Ook zou de Eerste Kamer eerder betrokken moeten worden bij besluiten die tot grote veranderingen leiden in de publieke inrichting.

Uit cijfers blijkt dat evalueren weinig aandacht krijgt in de politiek. In 22 procent van de gevallen is de evaluatie nooit uitgevoerd. Van de evaluaties die wel zijn uitgevoerd is twee derde nooit aan de orde geweest in het politieke debat.