Als de spitsstrook overdag dicht is, mag ik dan ook 120?
Nou, Melanie, ik begrijp er niets meer van. Op het stuk snelweg waarover ik vaak rijd, is het een kafkaëske bedoening geworden sinds 30 augustus. Eerst bots ik op een bord waarop in lichtgrijs 100 staat, met een diagonale streep erdoor. Vrijmoedig geef ik een dotje gas. Een paar meter verder doemt een ingewikkelde combinatie op van ronde en rechthoekige borden. Op het ronde metaal staat 120. Op het vierkant: 6-19 h bij gesloten spitsstrook. Hm.
Dus ’s avonds en ’s nachts mag ik hier 120. En als de spitsstrook open is? Hoe hard mag ik dan? Als ik volgens de wetten van de nieuwe maximumsnelheid denk, mag ik, tenzij anders is aangegeven, 130 – maar dat lijkt, in de spits, toch je reinste kamikaze. Je zou zo’n snelheid eerder in het holst van de nacht verwachten, maar dan mag ik ‘maar’ 120. Mag ik dan misschien 100 bij een open spitsstrook? Als ik naar de hectometerpaaltjes kijk, concludeer ik: ja. Maar dat bord met einde 100 dan? Wanneer zijn überhaupt die maximumsnelheden op hectometerpaaltjes leidend? En trouwens, als de spitsstrook overdag dicht is, mag ik dan ook 120? Ik snap er kortom geen hout van, en veel automobilisten met mij, wat de verkeerssituatie er onzeker en onveilig op maakt. Niet zelden moet ik laveren om auto’s die van de weeromstuit maar 80 gaan sukkelen op de derde baan. Even regelmatig raast er iemand met 140 of meer voorbij op baan vier.
Rijkswaterstaat schijnt medio 2013 met een kantelwalsbord te komen. Kantelwalsbord. Mooi woord. Komt dat er dan ook weer bíj? Er zijn toch ook al matrixborden?
Ik moet denken aan Hans Monderman (1947-2008). Deze verkeersfilosoof stelde dat het verkeer meer gehinderd wordt door verkeerslichten en verkeersborden dan dat het er profijt van heeft. Verkeersdeelnemers nemen, juist door alle regels, geen verantwoordelijkheid meer voor hun gebruik van de weg. Volgens Monderman moet je automobilisten, voetgangers en fietsers met elkaar mengen en niet scheiden. Dan gaan ze beter op elkaar letten en alerter reageren op situaties, vanuit een zelfregulerend ethisch besef. Hij verwezenlijkte zijn ideaal onder andere in Drachten, waar kruispunten kwamen zonder verkeerslichten en borden. Het aantal ongevallen halveerde in drie jaar tijd en er werd zachter gereden.
Nu is een snelweg iets anders dan een dorp natuurlijk, en of het er daar veiliger op wordt als er géén regels gelden is de vraag. Maar wél durf ik de stelling aan dat verkeer zonder regels veiliger is dan verkeer mét tegenstrijdige en multi-interpretabele regels.
Reageren? ellen@refdag.nl