De hoge rabbijn is samen met de opperrabbijn van Nederland, Binyomin Jacobs, op rondreis om de zaak van zijn land te dienen. Hij sprak op een bijeenkomst die georganiseerd was door de stichting Christenen voor Israël. Het middagprogramma was vooral bedoeld voor predikanten, en werd door ruim honderd belangstellenden bezocht.

Metzger wordt volgens Christenen voor Israël in zijn land breed geaccepteerd als „een autoriteit in het overbruggen van verschillen.” Hij betoogde, op de typisch joods-rabbijnse wijze met talloze voorbeelden, dat Gods hand zichtbaar is in de geschiedenis van Israël. Aan de hand van voorvallen uit zijn leven en uit de oorlogen die hij had meegemaakt, stelde hij dat het „niet logisch” is dat Israël er nog is. „Denk niet dat de miljoenen vijanden om ons heen geen kracht hebben om nog iets te doen. Het is God Die elke seconde met ons is.”

De opperrabbijn diende in de Jom Kipoeroorlog: „Een groep tanks reed naast elkaar de Sinaï-woestijn binnen op weg naar een stadje. Plotseling werd het midden op de dag helemaal donker. De soldaten moesten stoppen en wachtten anderhalf uur op wat er zou gebeuren. Het bleek een zandstorm, waarbij door de zandverplaatsing vlak voor hen een terrein vol antitankmijnen bloot kwam te liggen. Als ze door waren gereden, waren ze allemaal omgekomen, maar Gods oog was over de soldaten.” Veel van de tanksoldaten die seculier waren, werden daardoor religieus, aldus Metzger.

Metzger vertelde dat tijdens een Egyptische aanval op Israël het volk eveneens wonderlijk bewaard werd door Gods hand. Zijn vader maakte mee dat Egyptenaren volop bewapend op de plaats Haifa afkwamen. „Daar hadden de inwoners geen wapens om zich te verdedigen. Ze maakten schietgeluiden door op augurkenblikjes te slaan. Toen sloegen de Egyptenaren op de vlucht. Dat is geen toeval: zo veel toeval vanaf de stichting van de staat in 1948, dat kan geen toeval zijn.” De droom van Israël is volgens Metzger echter „dat onze vijanden begrijpen dat we helemaal niet willen vechten.”

Lokaal tarief in Israël

De Israëlische opper­rabbijn Jonah Metzger sprak drie jaar geleden Russische generaals die in de Jom Kipoeroorlog mede­verantwoordelijk waren geweest voor de Syrische tactiek. De militairen vroegen hoe Israël destijds toch zo uitzonderlijk goed op de hoogte was geweest van „alle geheimen.” „Maar ik wist wat voor een chaos het aan onze kant was geweest. We wisten helemaal niets van tactiek: het was God Die alles plande.”

Ook in de relatieve economische welvaart ziet de rabbijn „een speciale zegen van God.” „Als iemand zegt dat je geen producten uit Israël moet kopen, zeg hem dan dat hij zijn laptop moet wegdoen. Het brein in alle laptops ter wereld wordt bij ons gemaakt. Dat heeft God gegeven.” Door de dreiging van de Iraanse president Achmadinejad worden veel Israëliërs volgens hem tegenwoordig weer meer religieus. „De jaren na de Holocaust nam het geloof in God af. We konden maar niet uitleggen wat er allemaal was gebeurd. Nu we opnieuw zien dat mensen ons zonder oorzaak haten, beseffen we weer dat we een uitverkoren volk zijn.”

Om de verhouding tussen christendom en jodendom te typeren, vertelt Metzger het verhaal over de paus en een hoge rabbijn die bij elkaar op bezoek komen. Ze merken dat ze allebei een telefoon­toestel „met een directe verbinding naar God” in hun werkkamer hebben. De rabbijn mag met het toestel van de paus bellen voor 10.000 euro, de paus met het toestel van de rabbijn voor 1 sjekel (20 eurocent). „Hier hebben we lokaal tarief”, want Israël is „de dichtst­bijzijnde plek bij God.”