Sociale media bruikbaar platform voor kerken
APELDOORN – Van het zoeken van geloofsverbondenheid met anderen tot het kritisch reflecteren op de reformatorische opvoeding: internet biedt aan elk deelonderwerp een plek. Websites gaan al een tijdje mee. Maar sociale media zijn bezig aan een opmars.
Ze geven een uniek inkijkje in vriendschappen, interesses en leefpatronen. Via sociale media liggen meer dan ooit tevoren gegevens van mensen op straat. Tenminste: als diegenen dat willen. Want juist sociale media bieden mogelijkheden om alleen datgene te delen wat de gebruiker zelf wil. De kern van Facebook, Twitter, Google+ en andere sociale media is juist dat de gebruiker informatie aanpast aan de eigen voorkeuren en bovendien bepaalt hoeveel anderen daarvan mogen meegenieten.
Binnen kerken geven sociale media daarmee een nieuwe dimensie aan het zich inlaten met invloeden van binnen en buiten de eigen gemeenschap. Tien jaar geleden ontstonden internetfora zoals Refoweb, die gelegenheid boden tot het geloofsgesprek. De grote verandering die sociale media bewerkstelligen, is dat voor het aangaan van zo’n gedachtewisseling een forum niet zonder meer nodig is.
Op sociale media ga je de interactie aan met zelfgekozen vrienden en de vrienden van de vrienden. Daarnaast zijn er toch weer de discussiegroepen van vroeger, maar nu in een nieuw jasje, als groep, op Facebook of LinkedIn. Waarbij gebruikers vaak niet verscholen gaan achter een onduidelijk alias, maar zich met naam en toenaam presenteren.
Het is die openheid, die vloeiende overgang van de ene naar de andere vrienden- of discussiegroep, die sociale media laten aansluiten bij de cultuur van vandaag. Via een of enkele platforms, bijvoorbeeld Facebook en Twitter, neemt de gebruiker kennis van nieuws, achtergronden, spreekt hij met mensen, volgt discussies en kan hij zelf op al deze gebieden een bijdrage leveren.
De spreuk: „Zeg me wie je vrienden zijn en ik zal zeggen wie jij bent” gaat op sociale media maar voor een deel op. Zeker zo bepalend is de inhoud van de boodschap die de gebruiker zelf de wereld instuurt. Het draait om tweerichtingsverkeer.
Een paar jaar geleden ijverden mensen om zo veel mogelijk anderen via sociale media te volgen, of om zo veel mogelijk volgers te krijgen; anno 2012 keren veel gebruikers op dit punt op hun schreden terug. Liever minder mensen volgen, maar dan wel degenen die wat te vertellen hebben. En mocht een discussie een vervelende wending krijgen, dan is iemand ”ontvolgen” voldoende om van de verdere gevolgen gevrijwaard te worden.
Wat dat betreft kunnen sociale media voor kerken een bruikbaar platform zijn. Een duidelijk profiel op de sociale media helpt mensen en organisaties om hun boodschap bij de doelgroep te krijgen. Jongerenorganisaties in de gereformeerde gezindte begrijpen dat als geen ander. Niet voor niets zijn alle kerkelijke jeugdbonden actief op Twitter en Facebook.
Een voorbeeld van het uitbuiten van sociale media vormt ook de recente inzet van de SGP-jongeren tijdens de verkiezingscampagne. Lokale acties, blogs en de Twitterhashtag #derdezetel sloten naadloos op elkaar aan.
Dat een nóg helderder doel, een nóg kernachtiger boodschap vele malen meer uitwerkt, bleek toen de organisatie de actie #keesisjarig opzette. SGP-voorman Van der Staaij, die verjaarde op de verkiezingsdag, kreeg binnen een dag na de start van deze ludieke actie honderden felicitaties via de sociale media. Als klap op de vuurpijl wist de organisatie het nieuwe Kamerlid Bisschop een week later te voorzien van een Twitteraccount met daarbij zo’n duizend volgers – nog voordat hij zelf zijn eerste bericht de wereld in stuurde. Hoe concreter, hoe beter blijkt het devies.
Dat dit voorbeeld niet gaat over een kerk uit de gereformeerde gezindte maar over een politieke partij, ondersteunt het door sociologen beschreven verschijnsel dat deze gemeenschap nieuwe ontwikkelingen met de nodige reserves gadeslaat. De meeste kerkgenootschappen in de gereformeerde gezindte zijn niet actief op Facebook en Twitter, ook al is een aanzienlijk deel van de leden dat inmiddels wel. Het kost soms moeite om in die individuen te herkennen dat ze wel in de wereld staan, maar niet van de wereld zijn. Ook daarin bieden sociale media openheid, soms op ontnuchterende wijze.
Sociale media vormen voor de gereformeerde gezindte, maar ook voor het bredere christendom, een nieuwe casus in de beantwoording van vragen rond de communicatie van het Evangelie.
Diensten zoals Facebook en Twitter bieden kerken en individuele christenen mogelijkheden om via tweerichtingsverkeer de boodschap van de twee wegen –naar God toe of van God af– te laten klinken.
Dit is het tweede artikel in een serie over kerk en sociale media, in de aanloop naar een congres over dit onderwerp op 3 november in Utrecht.
Ik-gerichte platforms
Nog steeds worden discussies in kerken gevoerd via periodieken. Internet biedt daarnaast een platform voor andere auteurs dan degenen die in het algemeen tekenen voor bijdragen in kerkbladen. Websites zoals Refoweb en Refoforum genieten in de gereformeerde gezindte brede bekendheid. De gevolgen? Discussies democratiseren. Ieder die wil, kan meedoen. Reacties zijn meer primair, omdat tijd nemen voor doordenking minder vanzelfsprekend is. En iedereen kan via het web gelijkgezinden opsporen. Ter bevestiging. Of om met (geloofs)kennis en ervaring discussies in balans te krijgen.