Grofwild op Veluwe vaker onder de auto
Het aantal verkeersslachtoffers onder dieren op de Veluwe neemt toe. In het afgelopen jaar lieten zo’n 500 grote dieren het leven op de weg. Het gaat om enkele honderden reeën, een ongeveer gelijk aantal wilde zwijnen en ruim veertig edelherten.
De Vereniging Wildbeheer Veluwe signaleert dat steeds meer grofwild als verkeersslachtoffer aan zijn einde komt. „De huidige toename is voor een belangrijk deel te wijten aan het geringe voedselaanbod door de droge zomer”, stelt G. J. Spek, secretaris van de vereniging.
De opbrengst aan eikels en beukennoten is dit jaar minimaal, weet hij. „Bomen hadden alle energie nodig om te overleven.”
Nu de jaarlijkse oogst van eikels en beukennootjes begint te vallen en het gras na een droge periode weer gaat groeien, zijn er opvallend veel zwijnen in de bermen te zien. Dit vergroot het risico van een aanrijding met een auto.
Menselijke slachtoffers als gevolg van overstekend wild zijn nauwelijks te betreuren. Sinds 1989 is dat, volgens de geregistreerde gegevens, niet meer voorgekomen. Wel belandden er in de afgelopen tien jaar gemiddeld zeven mensen per jaar in het ziekenhuis en liepen gemiddeld zestien mensen licht letsel op.
Spek geeft aan dat het soms heel moeilijk is vast te stellen of iemand overleden is door overstekend wild. „Vorige week reed iemand frontaal tegen een oude beuk. Hij was op slag dood. We blijven met de vraag zitten of deze persoon moest uitwijken voor bijvoorbeeld een overstekende ree.”
De meeste aanrijdingen gebeuren ’s nachts. „Tussen schemer en schemer valt 90 tot 95 procent van de dierlijke verkeersslachtoffers.”
Bestaat er een verband tussen het aantal dieren en het aantal aanrijdingen? Spek: „Bij zwijnen hebben we deze relatie kunnen aantonen. We zagen een duidelijk verband tussen de zomerstand, dat is de hoeveelheid zwijnen inclusief de biggen, en het jaarlijkse aantal aanrijdingen. Voor edelherten ligt dit moeilijker, omdat die niet langs de weg eten.”
Het behoorlijke aantal doden onder edelherten verklaart Spek door het „inwendige mechanisme van mannelijke edelherten om zich tijdens de bronst over grote afstanden te verspreiden. Op deze manier voorkomen edelherten inteelt. Hierdoor moeten ze wel veel wegen oversteken, zodat de kans op een aanrijding toeneemt.”
In het verleden is door wildbeheerders veel bijgevoerd om de populatie zwijnen en herten op peil te houden. Tegenwoordig gebeurt dat niet meer. Spek: „Het beleid is dat de dieren in en van de natuur moeten leven. Als de situatie in het voorjaar heel slecht is, kan de provincie alsnog besluiten bij te voeren. De Vereniging Wildbeheer Veluwe vindt dit ongewenst, omdat de dieren zichzelf moeten kunnen redden.”
De vereniging, die werkt aan het beheer en het behoud van het wild op de Veluwe, streeft naar 1000 zwijnen in dit gebied. „Deze zomer waren er ongeveer 5500 varkens. We hebben er in de afgelopen maanden zo’n 1500 afgeschoten. We wijzen alle jagers nu op hun verantwoordelijkheid. Doordat er onvoldoende voedsel is op de Veluwe, kunnen we voldoende varkens schieten. Uit analyse blijkt dat we in de afgelopen jaren steeds de aanwas van varkens hebben onderschat.”
Spek leidt aan de afgeschoten dieren af dat er weinig voedsel te vinden is. „Het aandeel magere dieren in augustus was dit jaar 10 procent. Dat is twee keer zo veel als gemiddeld. Ook het gemiddelde gewicht van de varkens zijn historisch laag.”
Spek vindt dat er in relatie tot de hoeveelheid voedsel te veel zwijnen op de Veluwe lopen. „Neem bijvoorbeeld de nieuwe grasmat in de berm van de weg Hoenderlo-Otterlo. Die is in een week helemaal omgewroet door de varkens. Het gedrag van dieren kun je moeilijk bijsturen, dat van mensen wel. De provincie is nu aan zet om deze situatie te verbeteren.”
De Vereniging Wildbeheer Veluwe pleit daarom voor een snelheidsbeperking op de binnenwegen gedurende de nacht. „Als auto’s dan 60 kilometer per uur rijden in plaats van 80, neemt de hoeveelheid aanrijdingen met ongeveer 90 procent af. Bovendien zijn er nogal wat lokale wegen die voor het gemotoriseerde verkeer moeten worden afgesloten”, stelt Spek.
Een goede registratie van het aantal aanrijdingen zou volgens hem een beter inzicht geven in de problematiek. „In het verleden kreeg onze vereniging van de politie alle ongevallen door waar dieren bij betrokken waren. Tegenwoordig gebeurt dit niet meer. Zonder goede gegevens is het niet mogelijk beleid te maken en op een verantwoorde manier op de juiste plaatsen de juiste veiligheidsmaatregelen te nemen.”