Stilte bij formatie werkt beter dan openheid
DEN HAAG – De formatie moest transparanter, aldus de Kamer. De koningin werd aan de kant gezet. Maar rond de eerste de beste formatie nieuwe stijl hangt nu al weken een oorverdovende stilte.
„Radiostilte” is het parool waarmee de onderhandelaars van VVD en PvdA al sinds het begin van de formatie schermen. „Het is beter om meteen met een eindproduct te komen”, zei VVD-leider Rutte al voordat de gesprekken begonnen. Openheid bemoeilijkt volgens hem slechts de onderhandelingen.
Die wijsheid doet al decennia opgeld in Den Haag. Zo speelde de kabinetsformatie van 1948 zich achter gesloten deuren af. Slechts zelden deden de onderhandelaars hun fracties zeer oppervlakkig verslag van de gang van zaken. Dat zinde het toenmalige CHU-Kamerlid freule Wttewaal van Stoetwegen maar matig. Ze trok daarom aan de bel bij haar fractievoorzitter, Tilanus. Die antwoordde haar: „Freule, formatie is politiek. Daar hebt u niets mee te maken, want politiek doe ik zelf.”
Het woord radiostilte was destijds overigens nog niet bekend. In de betekenis van een absoluut stilzwijgen tegenover de media kwam het pas in de jaren tachtig van de vorige eeuw in gebruik. En, schreef medewerkster Anne Bos van het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van de Radboud Universiteit Nijmegen onlangs, pas in 1994 raakte het begrip volledig ingeburgerd bij de politieke taal van kabinetsformaties. Dat was toen informateur Van Aardenne (VVD) bekendmaakte dat de onderhandelaars van PvdA, VVD en D66 een „absolute radiostilte” in acht namen over de inhoud en de voortgang van de besprekingen. Volgens Van Aardenne moest dit voorkomen „dat iedereen ging meeformeren.”
Mode
Precies die situatie deed zich voor bij de formatie van 1977. Maximale transparantie was toen de mode. Toenmalig ARP-medewerker Joop van Rijswijk schreef in 2006 in dagblad Trouw dat formateurs en fractievoorzitters in die tijd „bijna op straat onderhandelden.”
Betrokken fracties en partijbesturen en de media formeerden ijverig mee. „Maar mede door deze manier van werken kwam het toenmaals beoogde tweede kabinet-Den Uyl niet tot stand”, concludeerde Van Rijswijk.
Ed van Thijn, destijds namens de PvdA bij de formatie betrokken, schreef in 1978 in zijn ”Dagboek van een onderhandelaar”: „Alle gesprekspartners hebben niets nagelaten om deze kabinetsformatie te maken tot het meest open onderhandelingsproces dat ooit heeft plaatsgevonden.”
Desondanks moest hij concluderen dat, „ondanks alle openheid die een groot deel van de formatie heeft gekenmerkt, het verloop ervan toen toch té grillig en té ondoorzichtig is geweest om begrijpelijk te zijn” voor buitenstaanders.
De formatie van het CDA/PvdA/ChristenUniekabinet in 2006 was een voorbeeld van minimale openheid. Informateur Wijffels besloot zich zelfs met de onderhandelaars terug te trekken op een geheime locatie in het Friese Beetsterzwaag.
Een van de redenen daarvoor was de eerdere mislukking van de besprekingen tussen CDA en PvdA, toen de sfeer danig werd verziekt als gevolg van het vele lekken uit de formatieteams.
Grote klok
Veel mensen snappen overigens best dat het maar beter is om tijdens formatiebesprekingen niet alles aan de grote klok te hangen, zo bleek begin vorige maand uit een peiling van Maurice de Hond.
Bos van de Radboud Universiteit Nijmegen is het met die mensen eens. „Mits zorgvuldig toegepast, bespaart radiostilte de toehoorders een hoop onzin. Want wie zit er nu te wachten op uitspraken als: „We zitten ergens tussen een doorbraak en een impasse” of „Rutte eet ontzettend veel snoep?””
De historie wijst uit dat gesloten formaties doorgaans succesvoller waren dan open formaties. Rutte en Samsom mogen dan stil zijn, stilzitten doen ze ondertussen zeker niet.