De verdachten in de leeftijd van 19 tot 50 jaar werden in november 2010 aangeklaagd. De rechtszaak liep vertraging op door allerlei complicaties, onder meer door verwarring over de volledige namen en exacte leeftijden van de Somaliërs.

De kapers werden gearresteerd door de Nederlandse marine, zo’n 3,5 uur nadat ze het Duitse vrachtschip Taipan op 950 kilometer voor de Somalische kust in april 2010 hadden overvallen. De 15 bemanningsleden waren erin geslaagd aan de piraten te ontkomen door hun toevlucht te zoeken in een veilige zogenaamde ‘panic room’ in het schip.

Nederlandse mariniers van het fregat Tromp wisten het schip te bevrijden. Ze waren na een noodoproep als eerste bij de Taipan aangekomen. Toen de zeerovers weigerden zichzelf over te geven, vloog een helikopter met een aantal mariniers naar het schip. Tijdens een vuurgevecht raakte een marinier lichtgewond. De Somalische piraten gaven zichzelf daarna alsnog over.

De aanklagers hadden tegen de piraten straffen geëist van 4 tot 12 jaar.