Soennitische moslims gingen na de aanslag uit protest in het hele land de straat op en verbrandden autobanden. In de kuststad Tripoli zouden geweerschoten gehoord zijn in de wijk Bab al-Tabbaneh, een soennitisch gebied. Woedende demonstranten blokkeerden ook wegen in de regio van de oostelijke Bekaa-vallei, het noordelijke deel van Akkar, wijken van de hoofdstad Beiroet en in de zuidelijke stad Sidon.

Het doelwit van de bomaanslag was naar verluidt een belangrijke medewerker bij de veiligheidsdienst: Wissam al-Hassan. Hij leidde destijds het onderzoek dat impliceerde dat Syrië en Hezbollah achter de aanslag zaten op de populaire Libanese premier Rafik al-Hariri in 2005. Syrië en Hezbollah hebben altijd elke betrokkenheid ontkend. Het Hariri-tribunaal in Leidschendam onderzoekt de moord op de Libanese ex-premier Hariri.

Hassan verijdelde onlangs ook een bomaanslag. Naar aanleiding daarvan werd een pro-Syrische Libanese politicus aangehouden, die gold als een bondgenoot van de Syrische president Bashar al-Assad. De autobom ontplofte ook vlak bij het kantoor van een christelijke politieke partij, die is gekant tegen invloeden uit Syrië.

De voormalige Libanese premier Saad al-Hariri beschuldigde vrijdag de Syrische president ervan achter de verwoestende aanslag te zitten. Hariri’s vader, Rafik al-Hariri, kwam 7 jaar geleden om bij een bomaanslag. Zijn aanhangers gaven de schuld daarvan aan Damascus en de militante beweging Hezbollah.

De opstand tegen het regime van president Assad heeft de maatschappelijke verhoudingen in Libanon weer op scherp gezet. Syrië speelde vroeger een belangrijke rol in de Libanese politiek. Het regime van de vader van Assad schaarde zich achter wisselende facties tijdens de burgeroorlog in Libanon (1975-1990). Syrische troepen trokken toen Libanon binnen en bleven tot 2005, vlak na de aanslag op Hariri.

In Libanon zijn diverse groepen om uiteenlopende redenen voor of tegen Assad. Het Syrische regime heeft de aanslag in Beiroet veroordeeld als „een laffe, terroristische daad”.