Kittenproof huis? Mocca grijnst
Kitten Mocca –nu zestien weken oud– woont sinds acht weken bij Marinke van der Velde, docente biologie uit Schiedam. Klein verslag van het leven met een kitten in huis.
Als kind was ze een echte poezenmoeder. Urenlang sjouwde Marinke van der Velde met haar kittens –zorgzaam toegedekt met een dekentje– in een poppenwagen. Ze werd door haar moeder gekscherend Minoes genoemd, naar de poes uit het boek van Annie M. G. Schmidt.
Van der Velde: „Mocca doet haar naam eer aan. Ze heeft een koffiekleurig vlekje bij haar oog én op haar achterpootje. Ze komt uit een bont geschakeerde poezenfamilie – zo is haar oma een Noorse boskat en haar poezenbroertje een vuurrode kater. De vader van Mocca is onbekend. Ik vind het mozaïekpatroon van zwarte en bruine vlekken op Mocca’s vacht nog het beste te vergelijken met de pels van een schildpadkat.
Mocca is een schatje, ze brengt een hoop gezelligheid met zich mee. Hoewel: toen ze hier net was sliep ze uren achter elkaar. Mijn moeder dacht vooraf nog dat het misschien te druk was: én de komst van een kitten én mijn zusje, die op dat moment bij me logeerde. Dat bleek dus heel anders uit te pakken, mijn nieuwe huisgenote was compleet van de wereld.
Inmiddels heeft ze zich ontpopt tot een bedrijvige en nieuwsgierige dame. Als ik thuis aan het werk ben, ligt Mocca vaak op tafel naast mijn computer. Het liefst zit ze boven op het toetsenbord. Ze zoekt me overal op en loopt me als een hondje achterna als ik in huis bezig ben. Slapen doet ze op een kleedje boven aan de trap, vlak voor mijn slaapkamerdeur. Maar het liefst strekt ze haar vermoeide ledematen tijdens een dutje op mijn bed. Deze liefhebberij van haar heb ik afgeschaft nadat ze op mijn dekbed plaste.
’s Morgens begroet ze me met uitbundig gemiauw, een vrolijk begin van de dag. Ze wacht dan boven aan de trap en loopt alvast vooruit naar haar voerbakje om haar ontbijt in ontvangst te nemen. Ondertussen probeert ze soms iets lekkers van mijn bord te kapen. Ik leer haar dat ze niets van mijn eten krijgt, ik wil niet dat ze later voortdurend loopt te bedelen.
Mocca is een slimme en snelle leerlinge. Ze wist al meteen precies waar haar voerbak en de kattenbak staan. Ze is al helemaal zindelijk en ongelukjes in huis zijn dan ook niet op haar conto te schrijven. Een keer had het bezoek voor het vertrek de keukendeur dichtgedaan. De toegang tot de kattenbak was versperd en dat leverde een natte bank op.
Alles wat beweegt heeft de bijzondere aandacht van Mocca. Ze heeft de onbedwingbare neiging om steeds naar mijn wimpers te grijpen. Heel lastig natuurlijk. Ik geef haar dan een tikje op haar neus en ze begint zich er nu bij neer te leggen dat oogwimpers verboden terrein zijn. Verder is het haar hobby om bedrijvig heen en weer rennen langs de bewegende beelden van het computerscherm.
Haar geringe afmetingen, ze weegt nu ongeveer een kilo, zorgen ervoor dat ze overal makkelijk in kan kruipen. Pas was ik haar kwijt tijdens het koken, ik had geen idee waar ze uithing. Na lang zoeken vond ik haar in een keukenkastje.
Dat zo’n kleine, schattige pluizenbol een grote ravage kan veroorzaken werd ik kortgeleden gewaar. Ik dacht dat ik mijn huis redelijk kittenproof had gemaakt, maar nee dus! Om een of andere reden had ze het op de grote kamerplant in de hoek gemunt. Toen ik thuiskwam uit mijn werk, was er van mijn mooie plant niet veel meer over. Er waren zeker tien stengels geknakt en de blaadjes lagen door de hele kamer verspreid.
Mijn stoffen eetkamerstoelen lijken voor mevrouw de functie van de nagelnieuwe krabpaal te evenaren. Ontspannen probeert ze haar nagels zo hoog mogelijk in de leuning te haken. Het water van de plantenspuit –een probaat afleermiddel tegen slechte poezengewoonten heb ik me laten vertellen– laat haar even schrikken, maar weegt niet op tegen de vreugde van Mocca’s moment suprême. Als het om mijn stoelen gaat, is ze een beetje hardleers.
Ik neem het op de koop toe. Vooropstaat dat ik erg blij ben met haar. Ik merk dat ik aan het eind van de dag echt zin heb om naar huis te gaan en verheug me al op de enthousiaste begroeting van Mocca. Soms begin ik spontaan te lachen als ik denk aan haar streken. Ik zou haar voor geen goud meer willen missen.”
Dit is het tweede deel in een drieluik over populaire huisderen. Binnenkort deel 3: konijn in/om het huis.
Cijfers
Nederland telt zo’n 3 miljoen katten. In 34 procent van de huishoudens met een huisdier is een kat aanwezig. In 44 procent van deze huishoudens leven zelfs twee of meer katten.
De meeste katten bevinden zich in West-Nederland (47 procent). De gemiddelde leeftijd van een Nederlandse kat ligt op 7,7 jaar. De totale kattenpopulatie is –vermoedelijk door de economische crisis– sinds 2006 gedaald met 13 procent. Van de Nederlandse kattenpopulatie is 3 procent een raskat met een stamboom. Er zijn in Nederland 5100 kattenfokkers.
De gemiddelde aanschafprijs voor een kat varieert van 10 euro voor een gewone kat tot 400 euro voor een raskat. (Bron: Feiten en cijfers gezelschapsdierensector 2011)
Tips
Zorg dat je de eerste weken zo veel mogelijk thuis bent bij je kitten. Dit komt de band met je kitten ten goede.
Kattenvoer hoeft niet per se van een duur merk te zijn. Experimenteer gerust met huismerken.
Begin zo snel mogelijk met het borstelen van de vacht. Zo raakt de kat op jonge leeftijd gewend en voorkom je dat er veel haren in huis rondzwerven.
Bezoek je een nestje kittens, let dan op of de kittens zich makkelijk laten oppakken en knuffelen. Een kitten die hier van jongs af aan mee vertrouwd is wordt een sociale kat. Kijk ook of de kitten uit zichzelf naar je toekomt.
Denk goed na voor je een kat aanschaft. Het schept naast gezelligheid ook verplichtingen. Bedenk alvast wie er op de poes kan passen als je zelf afwezig bent.
Geef de kat geen lekkers van je bord. Dit voorkomt bedelgedrag in de toekomst.
Schaf een krabpaal aan.
Maak je huis van tevoren kittenproof. Zet breekbare voorwerpen zolang achter slot en grendel.