Ds. J. Roos 25 jaar predikant Gereformeerde Gemeenten in Nederland
BARNEVELD – De intredepreek in zijn eerste gemeente, Chilliwack, is ds. J. Roos altijd bijgebleven: de roeping van Jeremia. Er waren drie hoofdgedachten: Zijn onbekwaamheid aangewezen, zijn tegenstand gebroken, en zijn redding toegezegd. „Ze zijn alle drie nog steeds waar, maar het derde punt is me een groot wonder.”
Ds. J. Roos, predikant van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN), herdenkt dat hij 25 jaar in het ambt van predikant staat. Zondag zal hij daar tijdens de prediking in zijn gemeente Barneveld sober aandacht aan besteden.
„We zijn bezig met vervolgstof over Elia en hopen over de inwijding van Elisa tot profeet te spreken. Deze geschiedenis heeft ons met betrekking tot dit jubileum veel te zeggen. Maandagavond is er een herdenkingsdienst. Aanvankelijk hadden we het ongemerkt voorbij willen laten gaan. Omdat we toch ook de getrouwheid des Heeren behoren te erkennen, wilden we daar toch, hoewel sober, bij stilstaan.”
Jochem Roos was zestien jaar oud toen de Heere lust gaf tot het ambt, vanuit 1 Timotheüs 3:1: „Zo iemand tot eens opzieners ambt lust heeft, die begeert een treffelijk werk.” „Diezelfde nacht werd het geheel onmogelijk. Ik was onbekwaam, ongeschikt voor dit gewichtvolle ambt. In een diepe weg werd mijn tegenstand door genade echter gebroken.”
Roos dacht gewillig gemaakt te zijn, maar er gingen nog jaren overheen voordat hij zich op 31-jarige leeftijd bij het curatorium meldde om toegelaten te worden tot de opleiding voor het ambt van predikant. „Er was vrees, tegenstand en onbekwaamheid. Omdat ik tot mijn schande moet zeggen dat ik niet wilde wat God wilde, heb ik er een hartkwaal aan overgehouden. Toen de Heere mij gewillig maakte, mocht ik mij geheel aan Zijn leiding overgeven.”
U bent predikant in een kerkverband met veel vacante gemeenten. U dient het grote Barneveld, bent hoofdredacteur van De Wachter Sions en van de Mount Zion, en docent van het curatorium. Hoe heeft het allemaal gekund?
„Jeremia’s redding werd hem aangewezen. Dat was het derde punt van de intredepreek. Het is mij een groot wonder dat de Heere mij al die jaren heeft uitgeholpen en bijgestaan.”
Zonder Gods Geest is jubileren God onteren, vreest ds. Roos. „Het is een groot verschil of je bij het herdenken tot verwondering mag zien wat de Heere gedaan heeft, of dat je gaat herdenken wat je zelf allemaal gedaan hebt. Er ligt veel schuld, preekschuld, spreekschuld, zwijgschuld, schrijfschuld, gebedsschuld. Boven ons leven staat geschreven: Geen roem in onszelf, maar alleen in Christus. Hier zit een afgekeurde dominee, maar die aan zijn God nooit tekort is gekomen. Christus als de grote Ambtsdrager wordt daarom zo dierbaar omdat alleen Zijn bloed ook de ambtelijke schuld heeft verzoend. Zijn trouw was onveranderlijk. Hij redde mij, keer op keer. Hulpe van God verkregen hebbende, staan we tot op deze dag.
Vaak was de vraag als we onder aan de kansel stonden: Hoe kom ik erdoor? Maar hoeveel beter is het als we eens mochten zuchten: Hoe komt God aan Zijn eer? We zijn doorgaans zo druk met onszelf, en we achten het een wonder als het ons eens echt om Gods eer en het heil van zondaren te doen is.”
In een gesprek met ds. Roos kan het niet anders of de naam van zijn leermeester, ds. F. Mallan, valt. „Ik mis hem ontzettend. Hij was echt een vader voor ons. Iedere vrijdagmiddag belden we elkaar. Dan vroeg hij: „Je bent daar geweest, en je hebt daar gepreekt, hoe ging het jongen?” Zijn lessen waren onvergetelijk.”
Te midden van het vele pastorale werk moet het primair zijn om de preek voor te bereiden. „Aan het begin van de week probeer ik te overdenken waar ik zondag over hoop te spreken, met het thema en de punten. Een predikant mag nooit onvoorbereid de preekstoel op. Onvoorbereid preken is geen preken, maar een stichtelijk woord uitspreken. Je moet als predikant er alles aan doen, in de wetenschap dat je afhankelijk bent van de bediening van Gods Geest. Daarom durf ik nooit met een uitgeschreven preek de kansel op. Als Zijn Geest overkomt, mag je zaken uitdragen die je in de studeerkamer niet overdacht hebt. De inhoud van een Bijbeltekst is zo diep dat ik erachter ben gekomen dat we nooit in staat zijn om een tekst recht te verklaren. Elke tekst wijst ons Wie God naar Zijn welbehagen in Christus is voor verloren zondaren.”
Ds. Roos wil liever niet spreken over allerhande kerkelijke verwikkelingen. „De een smult ervan, en de ander brult. De een haalt het venijn eruit, en de ander de honing. Laten we dat maar niet doen. Het levert vaak niets goeds op.”
Maar toch, sinds 2001 voert uw kerkverband gesprekken met een commissie van de Gereformeerde Gemeenten over eenheid en verscheidenheid. Het is al geruime tijd stil. Is er inmiddels weer iets te zeggen?
„Deze week hebben we juist weer met elkaar vergaderd. Het was een constructief gesprek. Verder moeten eerst de beide synodes, in 2013, er hun licht over laten schijnen.”
Wat moeten we aan met de reformatorische zuil? Die staat nogal op de tocht. En er ligt een advies tot bezinning op de plaats van de reformatorische kerk in de cultuur van vandaag.
„We hebben de reformatorische zuil gekrégen. Dat staat voor mij vast. Het is een gekregen erfgoed, een geschenk van boven, waarvan ik me ook afvraag hoe lang we het nog mogen houden. Dat wil niet zeggen dat we achter een zuil mogen wegkruipen, want we behoren oog te hebben voor de wereld om ons heen. Hoe openbaren wij ons naar de wereld? Zijn we een zoutend zout en een lichtend licht? Zulke vragen roepen inderdaad om bezinning.”
De tijd is donker. Ds. Roos is daar stellig in. „Maar het is niet hopeloos. Laten we ervoor oppassen om met veel pessimistische woorden onze jongeren moedeloos te maken. Want de Heere regeert en Hij gaat door met Zijn vergaderend werk. Elia leefde ook in een donkere tijd, maar er waren er nog zevenduizend die de knie voor Baäl niet gebogen hadden. Deze belofte houdt haar waarde tot aan het einde van de wereld.
De Heere houdt Zijn Kerk in stand. Wie beweert dat Hij Zijn kinderen bijvoorbeeld niet heeft in het roomse Polen, en in islamitische landen? In Canada hoorden we van indianen die een helder getuigenis konden geven van Gods werk in hun harten. De Heere heeft beloofd dat er in geestelijk opzicht jongens en meisjes zullen spelen op de straten van Jeruzalem. Dat bewaart voor fatalisme, alsof er geen mensen meer zouden worden bekeerd. Hij zal aan Zijn verbond gedenken.”
Digibron
Lees meer in archiefsysteem Digibron over ds. J. Roos. Hieronder een selectie artikelen.
Ds. J. J. van Eckeveld en ds. J. Roos: De pijn van gescheiden optrekken (Reformatorisch Dagblad, 30 oktober 2010)
Ds. J. Roos: Je moet wel blind zijn om niet te zien dat de tijd donker is (Reformatorisch Dagblad, 28 mei 1996)
Verslag van de intredepredikatie van ds. J. Roos, gehouden op 30 juni 2004 in de Rehobothkerk van de Ger. Gem. aan de Nairacstraat te Barneveld (De Wachter Sions, 22 juli 2004)
Verslag van de bevestigingspredikatie van ds. J. Roos, gehouden door ds. F. Mallan op 30 juni 2004 in de Rehobothkerk van de Ger. Gem. aan de Nairacstraat te Barneveld (De Wachter Sions, 15 juli 2004)
Verslag van bevestiging en intrede ds. J. Roos te Opheusden (De Wachter Sions, 5 mei 1994)
Verslag van de intrede van ds. J. Roos te Chilliwack op donderdag 15 oktober 1987 (De Wachter Sions, 19 november 1987)
Verslag van de bevestiging van ds. J. Roos te Chilliwack op donderdag 15 oktober 1987 (De Wachter Sions, 12 november 1987)
Kandidaat J. Roos gaat naar Chilliwack (De Wachter Sions, 9 juli 1987)
Kand. J. Roos predikant neemt beroep aan voor Ref. Congregations (Reformatorisch Dagblad, 7 juli 1987)