Ontdekken wie je níét bent
Vergelijk jezelf eens met een auto. Hoe functioneer je? Laat je je licht helder schijnen, of doe je dat niet en breng je daardoor anderen in gevaar? Wordt het dan misschien tijd voor een keuring, waarbij er aan kapotte onderdelen gewerkt kan worden?
Met praktische voorbeelden probeert Paulien Vervoorn jongeren in ”Hartelijk getalenteerd” stil te zetten, en hen te laten nadenken over wie ze zijn en wat ze kunnen.
Vervoorn is coach en trainer en spreekt op scholen en in kerken. Daardoor komt ze in aanraking met jongeren en met de vragen die zij hebben. De informatie die ze op die manier verkreeg, verwerkte Vervoorn in haar boek. Daarnaast geeft ze allerlei voorbeelden uit haar eigen leven. Het boek staat vol tips, vragen en opdrachten. Niet alleen om individueel over na te denken of uit te voeren, maar ook om als groep mee aan de slag te gaan.
Een belangrijk thema in het boek is het omgaan met talenten. Vervoorn omschrijft dit begrip als ”dat wat jij aankunt”. Jongeren mogen zichzelf daarbij ook afvragen wie ze níét zijn, en wat ze níét kunnen. Om „te vieren wie ze zijn”, zoals de ondertitel zegt, is het belangrijk dat ze zich niet anders voordoen dan ze zijn.
Sommige vragen die de auteur stelt kunnen confronterend zijn. Bijvoorbeeld: Wat zijn jouw valkuilen bij het bepalen van je identiteit? Vervoorn geeft een aantal suggesties: ik ben wat ik heb, ik ben wat ik doe, ik ben wat anderen over mij zeggen.
Veel jongeren vragen zich af wat Gods wil met hun leven is. Het boek gaat aan de hand van verschillende teksten uit Kolossensen in op diverse Bijbelse richtlijnen, waardoor dit wat duidelijker kan worden. Zo is het volgens Vervoorn belangrijk om de weg van Christus Jezus te volgen (naar Kol. 2:6) en in Hem geworteld en gegrondvest te blijven (naar Kol. 2:7). Ook benoemt ze de volgende Bijbelse richtlijnen: Doe alles wat u zegt of doet in de naam van de Heere Jezus, terwijl u God, de Vader, dankt door Hem (naar Kol. 3:17) en doe het van harte, alsof het voor de Heere is en niet voor de mensen (naar Kol. 3:23).
Daarbij stelt de auteur jongeren ook rechtstreekse vragen: Wie ben jij als werknemer als er niemand kijkt? Doe je je werk voor de Heere in plaats van voor je werkgever? En zie je in je werk ook een mogelijkheid om God te aanbidden?
Sommige tips kunnen voor mensen met een reformatorische achtergrond als ongebruikelijk of zelfs ongepast overkomen. Zo stelt Vervoorn bijvoorbeeld: „Weet je dat je wedergeboren bent? Vier dan dat je leeft, door bisschuit met muisjes te eten” (blz. 50). Ook de suggestie om in het gebed Opwekkingsliederen na te zingen, zodat je niet zelf naar woorden hoeft te zoeken, kan wellicht bevreemdend overkomen.
Het is jammer dat er meer van zulke tips worden aangereikt. Want juist zo’n boek dat concreet en heel praktisch is, kan jongeren aansporen tot een leven dicht bij de Heere. Vervoorn begint elk hoofdstuk niet voor niets met het bespreken van een Bijbelgedeelte. Ook legt ze bijvoorbeeld uit waarom het goed is om ook eens een heel Bijbelboek achter elkaar te lezen. Daarnaast geeft de auteur op grond van de Bijbel aan hoe belangrijk het is om zonden niet alleen te belijden, maar ze ook te laten. Ze geeft de tip om een vertrouwenspersoon te vinden met wie je hierover kunt praten en die ook voor jou kan bidden. Het zijn juist deze tips die dit praktische boek, ondanks de genoemde kanttekingen, toch waardevol maken.
Boekgegevens
”Hartelijk getalenteerd. Vier wie je bent en wat je kunt”, Paulien Vervoorn; uitg. Medema, Heerenveen, 2012; ISBN 978 90 6353 655 8; 175 blz.; € 16,95.