IMF: Sprong naar sterkere muntunie noodzakelijk
TOKIO (ANP) - Het vertrouwen in de euro kan alleen worden hersteld met een flinke sprong naar een sterkere economische en politieke unie. Dat stelt het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in een rapport dat woensdag (plaatselijke tijd) in Tokio werd gepresenteerd.
Volgens het IMF heeft de schuldencrisis gezorgd voor een „extreme” versplintering van de financiële markten in de eurozone. Investeerders trekken massaal hun geld terug uit de zuidelijke landen, vanwege de vrees dat de eurozone uit elkaar valt en ze het geld dat ze in de zwakkere landen hebben gestoken, niet meer terug zullen zien. Daardoor kunnen niet alleen de zuidelijke overheden, maar ook de bedrijven en banken in die landen alleen nog tegen zeer hoge rentes geld lenen. Dat zet een steeds zwaardere rem op de economische groei.
Die kloof tussen noord en zuid dreigt het fundament onder de euro weg te slaan, waarschuwt het IMF. Het is daarom van groot belang dat het vertrouwen in de toekomst van de euro wordt hersteld met vergaande beloftes voor een sterkere unie. Gebeurt dat niet, dan neemt de druk op zuidelijke banken en landen verder toe en slaan hun problemen over naar de kernlanden, aldus het fonds.
Om de zorgen over het uiteenvallen van de eurozone weg te nemen zijn volgens het IMF onder meer harde afspraken nodig over een gezamenlijke eurobegroting waaruit landen met economische problemen tijdelijk kunnen worden bijgestaan. De afspraken over een Europese bankenunie moeten daarnaast worden uitgebreid. Er is volgens het fonds niet alleen een Europese toezichthouder nodig, maar ook een Europees vangnet voor spaarders en een systeem dat de kosten van omvallende banken over alle eurolanden verdeelt.
Doormodderen is geen optie, stelt het IMF. Het vertrouwen in de euro is met de maatregelen die tot nu toe zijn genomen niet hersteld, terwijl de kosten van de crisis alleen maar oplopen. Volgens het fonds zorgt het huidige beleid ervoor dat banken hun posities in de komende jaren met 2800 miljard euro zullen verkleinen. Dat is alweer 200 miljard euro meer dan het fonds in april onder voortzetting van het toenmalige beleid verwachtte. Die afbouw van bezittingen kan grote negatieve gevolgen hebben voor de kredietverlening en de economische groei in de eurozone.