Verzegelde Christus
Johannes 6:27
„Want Deze heeft God de Vader verzegeld.”
Wat was het ambt of werk waartoe de Vader Christus verzegeld heeft? Hij werd tot het gehele werk als Middelaar voor ons verzegeld. Daardoor moest Hij al de uitverkorenen, die Hem de Vader gegeven had, verlossen en herstellen. „Opdat al wat u Hem gegeven hebt, Hij hun het eeuwige leven geve” (Johannes 17:2). „Hij zou Jakob tot Hem wederbrengen” (Jesaja 49:5) of zoals de apostel het zegt: „Opdat Hij ons tot God zou brengen” (1 Petrus 3:18).
In het bijzonder werd Hij –om dit allerheerlijkste doel zeker en volkomen uit te werken– tot de ambten van Profeet, Priester en Koning verzegeld. God verzegelde aan Hem de opdracht om de blijde tijding der verlossing van zondaren te prediken.
Deze opdracht heeft Christus ten aanhoren van het volk op zich genomen en het boek geopend: „Als Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats, daar geschreven was: De Geest des Heeren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden om de armen het Evangelie te verkondigen; om te genezen, die gebroken zijn van hart; om de gevangenen te prediken loslating en de blinden het gezicht; om de verslagenen heen te zenden in vrijheid; om te prediken het aangename jaar des Heeren. En Hij begon tot hen te zeggen: Heden is deze Schrift in uw oren vervuld” (Lukas 4:17-21).
John Flavel (1630-1691) (”Preken”)