Buitenland

Onrust VS over gezondheid door testen Koude Oorlog

ST. LOUIS (AP) – Doris Spates was nog maar een baby toen haar vader in 1955 op onverklaarbare wijze overleed. Later stierven ook vier van haar broertjes en zusjes aan kanker. Zelf genas ze van baarmoederhalskanker.

5 October 2012 11:24Gewijzigd op 14 November 2020 23:33

Toen ze ontdekte dat het Amerikaanse leger op het hoogtepunt van de Koude Oorlog geheime chemische tests had uitgevoerd in de achterbuurt in St. Louis waar ze als kind woonde, begon ze zich af te vragen of haar regering iets te verwijten valt.

Halverwege de jaren vijftig, en opnieuw een tiental jaren later, blies het leger met ventilatoren op flatgebouwen, scholen en vanuit de achterbak van rijdende auto’s een mogelijk gevaarlijke stof in de buitenlucht van overwegend zwarte buurten in de stad. Destijds zeiden de autoriteiten dat de regering een rookgordijn testte waarmee St. Louis in het geval van een Russische aanval onzichtbaar werd voor verkenningsvliegtuigen.

Maar in 1994 gaf de regering toe dat de tests onderdeel waren van een programma voor biologische wapens en dat St. Louis was uitgekozen omdat de stad overeenkomsten vertoonde met Sovjetsteden die doelwit konden worden van Amerikaanse aanvallen. Het materiaal dat werd rondgesproeid was zinkcadmiumsulfide, een fijn fluorescerend poeder.

Nieuw onderzoek heeft nu tot grote verontrusting geleid over de gevolgen van de tests. Lisa Martino-Taylor, hoogleraar sociologie van St. Louis Community College-Meramec, spreekt van de mogelijkheid dat het leger stralingstests uitvoerde door radioactieve deeltjes te mengen met het zinkcadmiumsulfide, hoewel ze erkent dat er geen direct bewijs is.

Toch was de publicatie van haar onderzoeksverslag vorige maand zo veel reden tot zorg dat beide senatoren van de staat Missouri, waarin St. Louis ligt, opheldering eisten van minister van de Landmacht John McHugh. Antwoord kregen ze niet.

Het gebied waar de geheime tests werden gehouden, wordt beschreven als een „dichtbevolkte achterbuurt” in documenten door het leger waar Martino-Taylor met gebruikmaking van de Amerikaanse wet openbaarheid van bestuur de hand op wist te leggen. Zo’n driekwart van de inwoners was zwart.

Spates, nu 57 en gepensioneerd, kwam in 1955 ter wereld in een woning op de bovenste verdieping van een inmiddels alweer veertig jaar geleden gesloopt appartementencomplex in het noorden van St. Louis. Het gezin wist niet dat het leger op het dak van het gebouw opzettelijk honderden kilo’s zinkcadmiumsulfide in de lucht pompte.

Drie maanden na haar geboorte overleed haar vader. Vier van haar elf broertjes en zusjes overleden op relatief jonge leeftijd aan kanker.

„Ik vraag me af of we het in ons systeem kregen”, zegt Spates. „Toen ik van de tests hoorde, dacht ik: „O, als ze dit al hebben gedaan, wat proberen ze dan nog meer verborgen te houden?””

Mary Helen Brindell, nu 68, heeft ook haar vragen. Haar familie woonde in een gemengde arbeiderswijk waar ook werd gesproeid.

Het leger heeft toegegeven dat er alleen ventilatoren zijn gebruikt om de chemicaliën te verspreiden, maar Brindell roept een zomerdag in haar herinnering waarop ze met andere kinderen op straat honkbalde toen een squadron groene legervliegtuigen laag overvloog en een poederachtige stof uitsproeide. Ze ging naar binnen, waste haar gezicht en armen en ging weer naar buiten om te spelen.

In de jaren daarna heeft Brindell vier soorten kanker gehad – borst-, schildklier-, huid- en baarmoederkanker.

„Ik voel me verraden”, zegt Brindell, die blank is. „Hoe konden ze dit doen? We wezen met beschuldigende vingers tijdens de Holocaust en dan doen we zoiets?”

Martino-Taylor zegt niet te weten of er door slachtoffers van de legertests rechtszaken zijn aangespannen. Wel zegt ze dat er geen schadevergoedingen zijn betaald „of zelfs excuses” zijn aangeboden door de regering.

De geheime tests werden in 1994 aangekaart bij het Congres, waarop een gezondheidsonderzoek werd geëist. Een commissie van de Nationale Onderzoeksraad stelde in 1997 vast dat bewoners niet waren blootgesteld aan gevaarlijke niveaus van de chemicaliën. Wel erkende de commissie dat het onderzoeksmateriaal schaars was en dat de bevindingen waren gebaseerd op beperkte gegevens uit dierproeven.

Ook merkte de commissie op dat hoge doses cadmium na lange periodes van blootstelling kunnen leiden tot bot- en nierkwalen en longkanker. De commissie adviseerde dat het leger vervolgonderzoek zou verrichten om „te bepalen of geïnhaleerd zinkcadmiumsulfide afbreekt tot giftige cadmiumsamenstellingen, die kunnen worden opgenomen in het bloed en een giftige uitwerking hebben in de longen of andere organen.”

Of er ooit vervolgonderzoek is uitgevoerd is niet duidelijk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer