Binnenland

Verpleeg– en ziekenhuizen doen te weinig tegen doorliggen

Verpleeg– en ziekenhuizen doen er veel te weinig aan om decubitus te voorkomen, doorligwonden die ontstaan doordat patiënten, meest ouderen, te lang in dezelfde houding liggen. Dat stelt gezondheidswetenschapper Gerrie Bours van de Universiteit Maastricht (UM) in haar proefschrift.

ANP
15 September 2003 16:43Gewijzigd op 14 November 2020 00:33

Bours volgde vijf jaar lang meer dan honderd instellingen in Nederland. Daaruit bleek dat in ziekenhuizen een op de vier á vijf patiënten doorligwonden krijgt. In verpleeghuizen zijn dit er nog meer: een op de drie verpleeghuisbewoners lijdt aan een of andere vorm van drukletsel.

De verpleeginrichtingen leven de richtlijnen over decubitus nauwelijks na. Slechts de helft van de patiënten die een antidoorligmatras of –bed nodig hebben, blijkt die te krijgen. Ook worden patiënten te weinig in een andere houding gelegd en krijgen zij te weinig aanpassingen in de voeding en voorlichting om decubitis te voorkomen. Bovendien wordt slechts eenderde van de letsels met de juiste wondbedekkingen verbonden.

De Maastrichtse wetenschapster probeerde tijdens haar onderzoek ook de decubituszorg te verbeteren door de deelnemende instellingen inzicht te geven in haar bevindingen. Hierdoor gingen de verplegenden de bestaande richtlijnen vaker toepassen. De overheid overweegt om het aantal gevallen van decubitus in verpleeg– en ziekenhuizen te laten registreren, maar daarmee is Bours niet gelukkig. Het publiek maken van deze informatie kan volgens haar een averechts effect hebben. „Instellingen zullen dan minder geneigd zijn om de registratieformulieren naar waarheid in te vullen of in het meest extreme geval zullen ze mensen met een verhoogd risico op doorliggen niet aannemen of zo snel mogelijk ontslaan", vreest ze.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer