Twijfels over anticorruptieoffensief president Paraguay
Tijdens zijn verkiezingscampagne beloofde Nicanor Duarte dat hij korte metten zou maken met de corruptie in het land. Intussen is Duarte aangetreden als president van Paraguay en heeft hij inderdaad al maatregelen genomen om knoeierij en corruptie de kop in te drukken. Maar de recente benoeming van enkele omstreden personen in topfuncties doet weer wat twijfel rijzen over de reikwijdte van zijn anticorruptieoffensief.
Meteen na zijn aantreden op 15 augustus vaardigde Duarte maatregelen uit om het douane- en belastingsysteem te zuiveren. Hij wilde een eind maken aan het vragen van smeergeld en schafte daarom wat snelwegcontroles door overheidsinspecteurs af. De maatregel had betrekking op de activiteiten van inspecteurs van de ministeries van Binnenlandse Zaken, Industrie en Handel, van Landbouw en Veeteelt, en ook van de nationale administratie voor navigatie en havens en de nationale douanediensten. Ook inspecties van het nationale transportbureau, de snelwegpolitie en het nationale antidrugsbureau werden afgeschaft, al zijn er wel nog politie- en douane-inspecteurs in de controleposten aan de grenzen.
„Het klinkt tegenstrijdig, maar in Paraguay is het noodzakelijk controles af te schaffen om te vermijden dat de corruptie nog verder toeneemt”, stelt politiek en economisch commentator Felix María Lugo. „Hoe meer controles er zijn, hoe meer gelegenheid er is om smeergeld te vragen. Als er te veel bureaucratie is, wordt het onduidelijk wie verantwoordelijk is. Maar als duidelijk is welke instanties de inspectie moeten uitvoeren, zijn corrupte activiteiten beter zichtbaar.”
Duarte schafte ook verscheidene procedures voor openbare aanbestedingen af en vroeg nieuwe offertes. Zo komt er een nieuw contract voor het riviertransport van ruwe olie en brandstof dat wordt uitbesteed door het staatsoliebedrijf Petropar. Daardoor zal Petropar 1,24 euro per kubieke meter minder transportkosten betalen, waardoor een besparing mogelijk is van 1,16 miljoen euro per jaar. De diensten van het openbaar ambt hebben al ongeveer 800 nieuwe onderzoeken naar overheidsambtenaren ingesteld.
Maar hoewel de nieuwe regering op enkele terreinen maatregelen heeft genomen om de corruptie te bestrijden, zijn toch enkele omstreden personen benoemd voor sleutelfuncties. José Alberto Alderete werd benoemd tot minister van Openbare Werken en Communicatie, maar moest nog in juni uitleg verschaffen over een dubieuze financiële transactie. Volgens auditeurs van de financiële instelling Multibanco heeft Alderete net voor de bank failliet ging een bedrag ter waarde van bijna 268.000 euro opgenomen bij een van de filialen van Multibanco in de Kaaimaneilanden. De minister zegt dat hij het geld opnam omdat hij vermoedde dat de bank betrokken was bij illegale operaties. Zijn verklaring werd aanvaard door de thesaurier-generaal. Maar de eenheid vervolging van economische misdaden heeft een onderzoek ingesteld naar Alderete, die wordt beschuldigd van onrechtmatige verrijking.
Een andere omstreden persoon is burgerlijk ingenieur Guillermo Sánchez Guffanti, voormalig presidentskandidaat voor de Nationale Unie onder leiding van voormalig generaal Lino Oviedo, die ooit een staatsgreep pleegde waarna zijn aanhangers uit de Coloradopartij stapten. Sánchez Guffanti is benoemd tot voorzitter van het Veeteeltfonds dat overheidsleningen verstrekt aan boeren. Maar volgens een anonieme bron uit de agrosector heeft Guffanti zelf een lening van het fonds niet terugbetaald. Analist en zakenconsulent Carlos Vera ziet in Guffani’s benoeming vooral een gebaar van politieke verzoening tussen de Coloradopartij en de Oviedo-factie.
Walter Bower, voormalig minister van Binnenlandse Zaken die ooit werd vervolgd omdat hij verantwoordelijk zou zijn voor foltering en tegen wie ook een onderzoek loopt voor onwettige verrijking, wist bijna een benoeming als lid van de directieraad van Petropar in de wacht te slepen. Maar onder druk van de publieke opinie is dat niet doorgegaan.
En dan is er nog vice-admiraal Julio Cesar Baez Acosta, de nieuwe bevelhebber van de zeemacht, die is veroordeeld voor wapenhandel terwijl hij dienstdeed als kapitein op een koopvaardijschip van de Paraguyaanse staat. In 1986 veroordeelde een rechtbank in de Verenigde Staten hem tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vijf jaar en een fikse boete.
Onderzoeksjournalist Julio Benegas meent dat het niet slecht zou zijn om ook andere mensen in het leger eens grondig te screenen. Hij geeft het voorbeeld van het derde korps, waar officieren gronden verhuurden voor privé-doeleinden. „Toen generaal José Key Kanazawa, de huidige opperbevelhebber van het leger, van 2000 tot 2002 commandant van die eenheid was, gingen die illegale activiteiten gewoon door”, weet Benegas.
Hij verwijst ook naar het huidige hoofd van de presidentiële wacht, kolonel Heriberto Galeano, een persoonlijke vriend van Duarte. In 2001 kocht Galeano in Chili een auto en hoefde daarop geen belastingen te betalen omdat hij gebruik maakte van zijn diplomatiek statuut als militair attaché op de Paraguyaanse ambassade in Santiago. Maar toen hij wilde terugkeren naar Paraguay, stelde hij het voertuig in de Chileense hoofdstad te koop als privé-eigendom. Dat leidde tot een reactie van het Chileense ministerie voor Buitenlandse Zaken tegen de Paraguyaanse ambassade.
Het leger heeft wel een onderzoek naar Galeano ingesteld, maar dat heeft nooit verdere gevolgen gehad.