Nieuw instituut vervangt Commissie Gelijke Behandeling
UTRECHT – De Commissie Gelijke Behandeling is dinsdag opgegaan in het College voor de Rechten van de Mens. Het nieuwe college krijgt meer taken dan de oude commissie. Het gaat onder andere actief op zoek naar misstanden op het gebied van de mensenrechten.
Dat heeft woordvoerster Barbara Bos maandagavond desgevraagd gezegd. De overdracht had dinsdag plaats in Utrecht in aanwezigheid van koningin Beatrix en de hoge commissaris voor de mensenrechten van de VN, Navanethem Pillay.
Alle taken van de Commissie Gelijke Behandeling, die achttien jaar toezag op de naleving van de Algemene wet gelijke behandeling, zijn overgeheveld naar het College voor de Rechten van de Mens. Bos: „Dat wil zeggen dat het nieuwe college oordelen blijft uitspreken in al dan niet vermeende discriminatiezaken die te maken hebben met ras, geslacht, godsdienst, etnische afkomst of seksuele geaardheid. Het college gaat tegelijk in breder verband kijken naar de rechten van de mens.”
Dit houdt volgens Bos in dat het nieuwe college „actief op zoek gaat” naar misstanden op het gebied van de mensenrechten. „Wij zullen daarover rapporten, niet alleen in ons eigen land, maar ook in VN-verband.” De woordvoerster geeft desgevraagd aan dat een kwestie als de SGP en de positie van de vrouw onder het mandaat van het nieuwe college zou vallen.
Het college heeft „vier aandachtsgebieden” geselecteerd. Bos: „We gaan ons de komende tijd richten op het naleven van de mensenrechten in de ouderenzorg, op de werkvloer, in de zorg voor de vreemdeling in ons land en in de gehandicaptenzorg.”
De Tweede Kamer ging in april vorig jaar akkoord met de vorming van het nieuwe college. Het is, net als de oude Commissie Gelijke Behandeling, een onafhankelijk instituut. Het college spreekt oordelen uit in concrete situaties, maar deze zijn niet bindend. Ook kan het niet naar de rechter stappen om naleving van de mensenrechten af te dwingen.
Voorzitter van het nieuwe college is Laurien Koster, die sinds mei 2008 voorzitter was van de Commissie Gelijke Behandeling. De Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, is een van de leden van het college.
RMU-directeur Peter Schalk had de afgelopen jaren diverse keren te maken met de Commissie Gelijke Behandeling, onder andere in kwesties rond zondagsarbeid en inenting. „In deze zaken heeft de commissie steeds goed geacteerd door oog te hebben voor principiële bezwaren die er leven onder christenen.”
Dat veranderde volgens Schalk in 2008 toen de commissie uitsprak dat er voor gewetensbezwaarde trouwambtenaren geen ruimte meer zou moeten zijn. „Die uitspraak was een breuk met het verleden. De seculiere tijdgeest kreeg vat op de commissie. Vanaf dat moment ben ik met enige argwaan naar haar gaan kijken.”
De RMU-directeur vraagt zich af wat het nieuwe College voor de Rechten van de Mens zal gaan doen. „Laat het zich ook door de tijdgeest beïnvloeden door artikel 1 van de Grondwet, het antidiscriminatiebeginsel, als een supergrondrecht te zien? Of gaat het voorzichtiger te werk? Hoe dan ook: Het zal mij er niet van weerhouden ook met dit nieuwe college contacten te leggen en indien nodig zaken voor te leggen. Daarbij zijn voor mij drie voorwaarden belangrijk: Je moet geduld hebben, voorzichtig zijn en overtuigd zijn van het belang van de kwestie voor de christenheid in ons land.”