De Iraanse regering moet voor 31 oktober bewijzen dat haar nucleaire programma vreedzaam van aard is. Blijft Teheran in gebreke, dan is het aan de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties om te besluiten of er sancties volgen.

Woordvoerder Hamid Reza Asefi van het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken zei dat „de samenwerking met het IAEA wordt overwogen.” Hij voegde hieraan toe dat Iran het agentschap had gewaarschuwd „zich verre te houden van politieke spelletjes en zich niet te laten misbruiken door enkele landen, met name de Verenigde Staten.”

Ook minister van Buitenlandse Zaken Kamal Kharrazi zei dat Iran gedwongen wordt een besluit te nemen over de samenwerking met het IAEA. De Iraanse afgevaardigde bij het IAEA, Ali Akbar Salehi, pleitte zondag in een Iraanse staatskrant evenwel voor bezinning en noemt het „geen tijdstip voor een snelle reactie.” Het Duitse weekblad Der Spiegel publiceerde zaterdag op zijn website een interview met Salehi waarin hij een heel ander geluid laat horen en dreigt met „volledige beëindiging van de samenwerking” met het IAEA en opzegging van het non-proliferatieverdrag. Salehi stormde vrijdag de vergaderzaal uit, nadat de bestuursraad van het IAEA een resolutie had aangenomen waarin het ultimatum wordt gesteld.

In de resolutie wordt Iran opgeroepen tot „snellere samenwerking” met het IAEA om de zorgen van de VN-bureau over het Iraanse atoomprogramma weg te nemen. Bovendien eist het IAEA dat Iran volledige opening van zaken geeft en geen uranium meer verrijkt.

Rusland voegde zich zondag bij de landen die druk op Iran uitoefenen om de deadline te accepteren. Onderminister van Buitenlandse Zaken Sergej Kisljak noemde de resolutie „geen ultimatum maar een serieuze en respectvolle oproep tot samenwerking.” Rusland bouwt een kerncentrale in Iran en aangenomen wordt dat het enige invloed op de regering van dat land heeft.