Wereld waarschuwt Israël: Laat Arafat met rust
De internationale gemeenschap heeft Israël gemaand de Palestijnse leider Yasser Arafat niet te verbannen, omdat dat een zware klap zou betekenen voor het vredesproces. Israël houdt echter voet bij stuk.
De Verenigde Staten zijn tegen het Israëlische besluit om Arafat te „verwijderen”, omdat dat „niet in het voordeel” is van de toch al veelgeplaagde routekaart, het Amerikaanse vredesplan voor het Midden-Oosten. Volgens Rusland zou de verbanning van Arafat „een ernstige politieke vergissing” zijn. Secretaris-generaal Kofi Annan van de Verenigde Naties zei dat het „onverstandig” zou zijn Arafat te verbannen. Een EU-woordvoerder sprak vergelijkbare woorden.
De gehele Arabische wereld is het bij wijze van uitzondering eens: gematigde machthebbers als de Egyptische president Hosni Mubarak veroordelen het Israëlische voornemen evenzeer als gewapende Palestijnen in vluchtelingenkampen. Een woordvoerder van de Arabische Liga zei dat Israël de oorlog heeft verklaard aan het vredesproces.
De beoogde Palestijnse premier Ahmed Qureia liet weten dat hij zijn poging een regering te vormen zal staken als Arafat wordt verjaagd. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, belde vrijdag met zijn Palestijnse collega, Nabil Shaath, om hem ervan te verzekeren dat de VS Israël onder druk zetten om niets tegen Arafat te ondernemen. Powell belde ook met de Israëlische minister van Defensie, Shaul Mofaz, om hem het Amerikaanse standpunt duidelijk te maken. Uitzetting zou Arafat alleen maar een groter platform geven, meldde het Witte Huis.
Een van Mofaz’ collega’s, minister van Onderwijs Limor Livnat, liet van tevoren weten dat Israël „een nauwe en goede relatie met Amerika heeft, maar geen bevelen van Amerika opvolgt.”
In diverse Palestijnse steden gingen vrijdag net als een dag eerder duizenden mensen de straat op om hun steun te betuigen aan Abu Ammar, zoals de oorlogsnaam van Arafat luidt. In het Palestijnse vluchtelingenkamp Ein el-Hilweh in Zuid-Libanon trokken gewapende mannen door de nauwe straatjes, onder het scanderen van slogans als ”Abu Ammar, leider van het Arabische volk” en ”Wij sterven en Abu Ammar leeft voort”.
Bij een vergelijkbare demonstratie in Ein el-Hilweh donderdagavond raakten zeventien mensen gewond toen onbekenden de betogers beschoten en een handgranaat in de menigte gooiden. Een woordvoerder van Arafats Fatah-beweging schrijft de aanval toe aan een extremistische splintergroepering.
Israël liet donderdag weten dat Arafat een „obstakel voor de vrede” is en dat Israël „maatregelen zal nemen om dit obstakel te verwijderen.” Wanneer en hoe dat gebeurt liet Israël in het midden. De vage formulering laat meerdere mogelijkheden open: verbanning, arrestatie en liquidatie. De krant Ha’aretz meldde dat minister Mofaz wel oren heeft naar de liquidatie van Arafat, maar dat premier Ariel Sharon die heeft tegengehouden.
Volgens een donderdagavond gehouden opinieonderzoek van het Israëlische Dahaf-instituut steunt 60 procent van de Israëliërs het besluit om Arafat te „verwijderen”; 37 procent vindt dat Arafat moet worden gedood; 23 procent ziet het meeste in verbanning; 21 procent vindt dat hij net als nu in isolement in zijn belegerde hoofdkwartier in Ramallah moet blijven; 15 procent vindt dat Israël hem zijn bewegingsvrijheid moet teruggeven en met hem aan de onderhandelingstafel moet gaan zitten.