Kerk & religie

„Geloven was in zeventiende eeuw iets van zien”

AMSTERDAM – Kunst in de Bijbel was voor Luther, Calvijn en voor de synode van Dordrecht geen punt van discussie. Er was slechts één beperking: God mocht niet worden afgebeeld.

Kerkredactie
28 September 2012 11:39Gewijzigd op 14 November 2020 23:26
In de Noorderkerk in Amsterdam is donderdagmiddag een boek gepresenteerd over een zeldzame uitgave van de Statenbijbel.  Foto RD
In de Noorderkerk in Amsterdam is donderdagmiddag een boek gepresenteerd over een zeldzame uitgave van de Statenbijbel. Foto RD

Dat zei Bijbelverzamelaar M. J. Roos donderdagmiddag in de Noorderkerk in Amsterdam bij de presentatie van het boek ”Met veele schoone Figueren verçiert. Een bijzondere Bijbel”. Dit beschrijft een unieke Amsterdamse Statenbijbel uit 1643 die enige tijd geleden in Roos’ bezit kwam.

De uitgave bevat een reeks zeldzame grote prenten, waar de Middelburgse etsenkenner dr. Frans Laurentius onderzoek naar deed. De Bijbel gaf zo veel nieuwe informatie over de 17e-eeuwse boekdrukkunst en de prentenhandel in Amsterdam dat Laurentius en Roos tot een publicatie over de Amsterdamse Bijbel kwamen.

Stilstaan bij het 375-jarig bestaan van de Statenvertaling is zeker niet achterhaald, stelde Roos in zijn toelichting. De betekenis van de vertaling is zo groot dat ook na 375 jaar onderzoek er nog steeds nieuw licht op geworpen kan worden, zei de boekenverzamelaar. De door hem aangekochte Bijbel is daar het bewijs van.

Na het verschijnen van de Statenvertaling in 1637 zijn er –vooral de laatste eeuw– tal van nieuwe vertalingen verschenen. „NBG, NBV, HSV, Naarder Bijbel en nog veel meer. Het werd: voor elk wat wils. Maar gelukkig is het Woord er nog en hebben mensen er nog contact mee. Bij de een roept het verzet op. De ander maakt het tot vriend. Dat alles geeft mensen voldoende reden om dit jubileum te herdenken.”

In de 17e eeuw waren Bijbelse afbeeldingen belangrijk als ondersteuning van de Woordverkondiging, stelde ds. P. J. Visser, als predikant verbonden aan de Noorderkerk, plaats van samenkomst van de Gereformeerde Bondsgemeente in Amsterdam. „In de tijd dat deze Bijbel verscheen was er veel analfabetisme. Geloven was in die tijd vooral ook iets van zien. Dat klinkt niet zo gereformeerd. Toch is het Bijbels. God heeft het Zelf ook gedaan. Dat zien we al op de eerste bladzijde van de Bijbel. God zei: Er zij licht en het werd licht. Elk woord dat Hij daarna sprak, schiep een adembenemende werkelijkheid. God riep maar niet wat in de ruimte. En zo ging het door tot Christus’ komst.”

In de prentenbijbel uit 1643 zijn Bijbelse taferelen soms in Hollandse landschappen geplaatst. Daar kunnen we wat van leren, vindt ds. Visser. „Jeruzalem leek op Amsterdam. En Galilea had iets van de Veluwe. We lachen er nu om, maar het was heel raak. Via oer-Hollandse plaatjes drong het verhaal van de hemel tot de mensen door. Persoonlijker kon je het Woord van God niet aangereikt krijgen. Je eigen omgeving werd deel van het verhaal van God. Onbekommerd werden die twee met elkaar verbonden en werd daarmee gezegd: Dit gaat jou aan.”

Het „praatje van de hemel” kon niet zonder een „plaatje van beneden” en zo is het nog steeds, zei de predikant van de protestantse gemeente Amsterdam. „Willen de woorden van de hemel vandaag geloofwaardig zijn voor de mens van vandaag, willen ze begrepen worden in Amsterdam en elders, dan moet het te zien zijn aan u en mij dat het echt ergens over gaat. Het plaatje zijn wij.”

De scheiding tussen kerk en staat noemde de predikant goed, verwijzend naar een prent van de keizers en pausen in de Statenbijbel van Roos. „Stelt u zich eens voor dat burgemeester Van der Laan zou bepalen wat ik hier wel of niet mag zeggen.”

Mede-auteur Laurentius overhandigde het eerste exemplaar van het boek aan drs. H. Leeflang, conservator van het Rijksprentenkabinet, onderdeel van het Rijksmuseum in Amsterdam. Hij noemde het verhaal achter de grootformaatprenten, de royaalprenten, een van de grote raadsels van de 17e-eeuwse kunst. „Ze zijn nu ontzettend zeldzaam, maar er moeten er ontelbaar veel zijn geweest. Dat is de paradox van populaire dingen. Zo gaat het nu nog met populaire posters die thuis aan de muur hangen. Ook die gooien we weg.”
Leeflang meldde dat er maar zes Bijbels met royaalprenten in Nederland bekend zijn. „Deze publicatie geeft zicht op een belangrijk onderdeel van de visuele cultuur van de 17e eeuw.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer