„Leeuwarder wijkgemeenten hebben zelf geen gebouwen”
AMSTERDAM – De wijkgemeenten van de Koepelkerk en de Pelikaankerk in Leeuwarden onderzoeken een mogelijk zelfstandige positie binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Kerkrechtdeskundige prof. dr. Leo Koffeman over de haken en ogen.
Prof. Koffeman is kerkrechtdeskundige en een van de auteurs van de Kerkorde, de wettekst van de Protestantse Kerk. De twee Leeuwarder wijkgemeenten onderzoeken of een zelfstandige positie tot de mogelijkheden behoort, met in het achterhoofd het besluit over de kerkgebouwen. Zowel de Koepelkerk als de Pelikaankerk moet dicht. In beide gemeenten komen kerkleden hiertegen in het geweer.
Kan een wijkgemeente zelfstandig verder binnen de PKN?
„Het is denkbaar dat een verzoek tot ”vorming van een nieuwe gemeente” wordt ingediend bij het breed moderamen van de classis Leeuwarden. Technisch gaat het dan om de splitsing van een gemeente. Het breed moderamen zal de daarvoor aangevoerde argumenten moeten wegen, alsmede de consequenties die dit heeft voor de levensvatbaarheid van beide gemeenten. De kerkorde zegt niet welke redenen daarvoor moeten worden aangevoerd.”
Hoe zeldzaam is het in ons land dat wijkgemeenten een onderzoek starten naar een zelfstandige positie binnen de PKN?
„Ik heb daarvan geen overzicht. Ik ben het tot dusver niet tegengekomen.”
In de kerkorde van de Protestantse Kerk bestaat een mogelijkheid voor gereformeerde kerken om uit de PKN te stappen. Hoe zit dat precies?
„Binnen de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) heerste bij velen de overtuiging dat het een plaatselijke kerk (gemeente) altijd vrij moet staan om desgewenst het kerkverband te verlaten. Binnen de Nederlandse Hervormde Kerk en de Evangelisch-Lutherse Kerk lag dat heel anders, en de Protestantse Kerk in Nederland zou die laatste lijn volgen. Daarover was rond het jaar 2000 veel discussie in de GKN. Daarom werd bij de kerkorde een overgangsbepaling –ovb. 34– opgenomen die het mogelijk maakte voor gereformeerde kerken binnen de PKN om voor 1 mei 2009 de kerk alsnog te verlaten. Zo kon men eerst een tijdje wennen aan de verhoudingen binnen de PKN. Het betrof een dubbele overgangsbepaling. Voor de periode tot 1 mei 2014 geldt nu nog een overgangsbepaling bij de generale regeling inzake fusie en splitsing die de deur voor gereformeerde kerken binnen de PKN nog op een kier laat staan. Daarna kan geen enkele gemeente als rechtspersoon de kerk meer verlaten. De genoemde overgangsbepaling bij de generale regeling betreft gereformeerde kerken. Dat slaat op de gemeente als geheel, niet op de wijkgemeenten.”
De Koepelkerk en de Pelikaankerk zijn beide gereformeerde wijkgemeenten in de protestantse gemeente Leeuwarden in wording. Alle wijkgemeenten zijn gefedereerd, maar nog niet gefuseerd. Is het zinvol om onderzoek te doen naar zelfstandigheid binnen de PKN?
„Het zou er dan om gaan om als zelfstandige gereformeerde kerk binnen de PKN verder te gaan. Ook daarvoor is uiteindelijk een meerderheid binnen de algemene kerkenraad noodzakelijk, en medewerking en goedvinden van het breed moderamen van de classicale vergadering. De wijkkerkenraden en gemeenteleden krijgen wel de kans en mogelijkheid daarover hun mening te geven, maar kunnen niet zelf beslissen.”
Gereformeerden hebben op papier nog steeds gescheiden geldstromen.
„Het zal in de praktijk best zo zijn dat de wijkgemeenten bepaalde eigen geldstromen hebben, maar dat is dan toch onder eindverantwoordelijkheid van de algemene kerkenraad. Als deze niet de weg van uittreden uit de Protestantse Kerk op wil, blijft hooguit de mogelijkheid over dat een groep gemeenteleden uittreedt. Dan komt de commissie van bijzondere zorg in actie.”
Mochten de beide wijkgemeenten los van het federatieve verband verder willen gaan, kunnen ze dan aanspraak maken op hun kerkgebouwen en bezittingen?
„Beslissend is wat de algemene kerkenraad besluit. Van aanspraak van de wijkgemeenten is dus geen sprake. Dat sluit theoretisch niet uit dat bij een eventuele splitsing van de gemeente bepaalde gebouwen worden toegewezen aan de te vormen nieuwe gemeente, of dat (bij uittreden) de commissie van bijzondere zorg een gebouw toewijst aan een groep uitgetreden gemeenteleden. De procedure is vergelijkbaar met wat er met hersteld hervormde gemeenten is gebeurd. Maar we hebben het hier wel over ingewikkelde, veel tijd kostende procedures, zonder enige garantie dat het door sommigen kennelijk beoogde doel wordt bereikt. Formeel hebben de wijkgemeenten geen gebouwen en bezittingen, want ze zijn geen rechtspersoon.”