Rente poetst 40 miljard aan korting weg
DEN HAAG – Doordat pensioenfondsen mogen rekenen met een hogere rente hoeven minder fondsen af te stempelen en zal de resterende korting kleiner zijn. Vier vragen.
Wat is de rekenrente?
Fondsen gebruiken die rente om te berekenen hoeveel geld ze nu al moeten reserveren voor de pensioenen van jongere generaties. Daarmee bepaalt de rekenrente voor een belangrijk deel hun dekkingsgraad, die aangeeft in welke mate fondsen kunnen voldoen aan hun verplichtingen van nu én straks. Tot maandag moesten fondsen rekenen met de actuele marktrente, die momenteel erg laag staat. Als gevolg daarvan, maar ook door de fors gestegen levensverwachting, tegenvallende beleggingen en verkeerde rentebeslissingen, voldeden veel fondsen niet meer aan de minimumeisen die de overheid stelt en leek afstempelen van de pensioenen de enige optie.
Maar die problemen zijn nu dus weggepoetst?
Deels wel. Begin dit jaar kondigden 103 pensioenfondsen aan de pensioenuitkeringen in 2013 te moeten verlagen. Dat was inmiddels al opgelopen tot 154 fondsen, maar door de beleidswijziging van maandag hoeven 73 fondsen in 2013 in zijn geheel niet meer te korten. Bij de 81 fondsen die nog wel moeten afstempelen, vallen de kortingen bovendien fors kleiner uit. Een grove berekening leert dat de maatregelen ertoe leiden dat er voor ruim 40 miljard euro aan anders zekere kortingen op de pensioenverplichtingen achterwege kan blijven.
Mooie oplossing, toch?
Dat zal niet iedereen beamen. Feit is dat de pensioenuitkering werkt als een nulsomspel, waarbij de winst voor de een verlies voor de ander betekent. Doordat de dekkingsgraad stijgt (met 3 tot 5 procent) als gevolg van de hogere rekenrente, zal er minder worden gekort en dus ook meer worden uitgekeerd aan ouderen dan anders het geval was. Die extra uitgekeerde euro’s zijn daarmee dus niet meer beschikbaar voor jongere generaties. Hoewel er ook maatregelen genomen worden die vooral ouderen negatief raken, becijfert het CPB dat de hogere rekenrente ouderen een voordeel oplevert van zo’n 5000 euro (3 procent van hun pensioentoezegging). Dit voordeel voor hen slaat echter neer in een nadeel (zie illustratie) voor jongeren.
Waarom kiest de overheid hier dan toch voor?
Het kabinet benadrukt dat de gekozen oplossing de schade aan de economie beperkt. Doordat kortingsmaatregelen al zo’n vijf jaar vooruit zijn geschoven, was de benodigde afstempeling erg groot geweest, met alle gevolgen van dien voor de koopkracht van ouderen, die ook om andere redenen al onder druk staat. Feitelijk gebruikt de overheid de pensioenfondsen –in theorie een kapitaalgedekt stelsel waarin risico’s evenwichtig worden verdeeld– hier dus om ‘begrotingsbeleid’ te voeren.