Aanklager Millosevic brengt vorderingen in kaart
De onder tijdsdruk staande aanklager van de voormalige Joegoslavische leider Milosevic, Geoffrey Nice, heeft zijn vorderingen tot dusverre letterlijk in kaart gebracht.
Donderdag presenteerde hij tijdens de zitting van het Joegoslavië-tribunaal kaarten van Bosnië, Kroatië en Kosovo waarop volgens hem overzichtelijk staat aangegeven wat de aanklagers menen te hebben aangetoond en waar hun werk nog niet is afgerond. De stafkaarten met het frontverloop in de juridische strijd tegen Milosevic bleven opgerold.
Nice maakte bekend dat hij binnenkort met een lijst van getuigen komt die hij bij nader inzien niet oproept. Dat bespaart alle partijen veel tijd.
De aanklagers staan onder druk om hun zaak dit jaar nog af te ronden. Het proces tegen Milosevic begon op 12 februari 2002. Wanneer de bewijsvoering tegen hem is afgerond, zal hij zelf getuigen kunnen oproepen voor zijn verweer, dat tot in 2005 kan duren.
Het kost de aanklagers volgens waarnemers grote moeite om overtuigend aan te tonen dat de toenmalige president van deelrepubliek Servië, Milosevic, persoonlijk verantwoordelijk is voor volkerenmoord, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden op de Balkan in de jaren negentig.
Het verband tussen de Servische leiding en de etnisch Servische plegers van misdaden in bijvoorbeeld Bosnië-Herzegovina kwam ook donderdag weer slecht uit de verf.
Een getuige uit Brcko vertelde over de misdaden die tegen niet-Serviërs in zijn stad werden gepleegd. Hij was in het voorjaar van 1992 eerst ooggetuige en vervolgens ook slachtoffer van de vervolgingen. Maar tijdens Milosevic’ kruisverhoor bleek hij wel Servische of Joegoslavische agenten en militairen van buiten de streek te hebben gezien, maar of zij direct betrokken waren bij misdaden in Brcko kon hij niet bevestigen. Wel had zijn Bosnisch-Servische buurman een trainingsprogramma in de kazerne van de strijdkrachten kunnen volgen en nam die in uniform gestoken deel aan de vervolgingen zodra het gewapend conflict uitbrak begin mei 1992. Het verhaal van de getuige Isak uit Brcko werd door rechter May enkele malen onderbroken wegens vermeende tegenstrijdigheden of algehele verwarring over wat de getuige precies bedoelde.
Woensdag had Milosevic de betrouwbaarheid van een andere getuige uit Brcko, ex-burgmeester Ramic, ondermijnd. De beklaagde kwam aan het slot van zijn kruisverhoor met Bosnisch-Servische processtukken waarin getuige Ramic zelf werd beschuldigd van verantwoordelijkheid voor oorlogsmisdaden, destijds gepleegd tegen etnische Serviërs in dorpen rond Brcko.