De Jager: Onderzoek tuchtcollege
DEN HAAG – Er komt een onderzoek naar de noodzaak van een tuchtcollege voor de financiële sector. Daarin wordt ook gekeken naar andere mogelijkheden van strafrechtelijke of privaatrechtelijke consequenties voor het breken van de bankierseed.
Minister De Jager (Financiën) komt daarmee tegemoet aan een wens van een meerderheid in de Tweede Kamer die maandag eiste dat de bankierseed ook echt tanden krijgt.
Een tuchtcollege, net zoals medici, advocaten en notarissen hebben, zou kunnen oordelen over bankiers en medewerkers in de financiële sector die de afspraken van de bankierseed overtreden. De Jager legde maandag uit dat de eed zoals hij die in de wet wil verankeren, breed zal gelden binnen de sector.
Dus niet alleen voor de raad van bestuur of raad van commissarissen, maar ook voor adviseurs op een lager niveau, en voor handelaren. De eed zal niet gelden voor bankmedewerkers die aan een balie werken en klanten niet adviseren, voor schoonmakers of medewerkers die de catering doen binnen een bank.
Volgens De Jager is de bankierseed zeker geen voorbeeld van vrijblijvende symboolwetgeving. Hij vindt ook dat banken medewerkers die de eed weigeren af te leggen, zou moeten ontslaan. Dat is een vorm van „gepast ontslag”, die stand zal houden voor de rechter, schat De Jager in.
Met de bankierseed wordt volgens de minister een hoge morele norm geïntroduceerd door middel van een wettelijke eed of belofte. Het belang van de klant en het belang van de samenleving staan daarin voorop.
De eed is een van de antwoorden van de politiek op de financiële crisis van de afgelopen jaren waarin banken wereldwijd door overheden moesten worden gered. Verder zijn de bonussen in de sector gemaximeerd, zijn de buffers van banken verhoogd en is er meer toezicht op risicovolle ondernemingen.