Raad van State tegen uitbreiding artikel 1 over discriminatie
DEN HAAG – De Raad van State staat negatief tegenover een initiatiefwetsvoorstel van D66, GroenLinks en PvdA om artikel 1 van de Grondwet uit te breiden met een tweetal gronden waarop geen discriminatie mag plaatsvinden.
Dat blijkt uit het advies dat een dezer dagen door de indieners van de wet naar alle Tweede Kamerleden is gestuurd.
In artikel 1 van de Grondwet staat nu dat allen die zich in Nederland bevinden, in gelijke gevallen gelijk behandeld worden. „Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan”, zo luidt de tweede volzin. De toenmalige Kamerleden Van der Ham (D66), Van Tongeren (GroenLinks) en Timmer (PvdA) kwamen in 2010 met een voorstel om de tweede zin aan te vullen met handicap en hetero- of homoseksuele gerichtheid.
Volgens de Raad van State vallen de twee voorgestelde uitbreidingen al onder de bepaling „of op welke grond dan ook.” Bovendien ligt in een aantal andere wetten al expliciet vast dat discriminatie vanwege handicap en hetero- of homoseksuele gerichtheid verboden is. Uitbreiding van de wet zal dan ook niet leiden tot andere rechtsgevolgen dan nu het geval is. Verder vindt de Raad van State het belangrijk dat de Grondwet sober is.
De fracties van D66, GroenLinks en PvdA zijn het niet eens met de visie van de Raad en willen hun voorstel voor de grondwetswijziging in de Kamer bespreken.