Geduldig wachten op resultaat
In de Waalse kerk in Den Haag wordt iedere maand een residentiepauzedienst gehouden. Een predikant spreekt een meditatie uit, waarna een politicus van een van de christelijke partijen een toespraak houdt. Maandag sprak Gert-Jan Bakker (CDA).
„Het is fijn dat er in onze mooie stad maandelijks een gebedsdienst wordt gehouden voor het land en voor onze stad. En het is goed dat dit jaar wijze lessen uit de brief van Jakobus worden voorgehouden aan overheidsdienaren en bestuurders.
Uit Jakobus kregen we vandaag de les mee om geduldig te wachten op resultaten. Zoals een boer na het zaaien een winter lang moet wachten tot de oogst zichtbaar wordt. En na het verkiezingsverlies van mijn partij vorige week is het natuurlijk heel aantrekkelijk om dit direct te vertalen. We hebben deze campagne gezaaid en zullen op een later moment oogsten. In zekere zin is dat zo. Een politieke partij met een kortetermijnstrategie om zo snel mogelijk zo veel mogelijk kiezers aan zich te winnen, is vaak geen lang leven beschoren of stelt idealen bij naar de uitkomsten van opiniepanels.
De tekst is een bemoediging om door te gaan met zaaien en te wachten tot de boodschap goed grond raakt en begint te leven. Maar het is natuurlijk de vraag of de oogst zich laat meten in aantal zetels, hoeveelheid macht of resultaten van een verkiezingsprogramma. In de Haagse gemeenteraad is het aantal zetels voor christelijke partijen beperkt. Maar toch geloof ik, steeds meer, dat er op het werk in de gemeentepolitiek oogst te verwachten is. Niet via een korte rechte lijn omhoog, maar eerder via een curve.
De basis voor stadspolitiek is een sterke betrokkenheid op de stad. Tijdens de coalitieonderhandelingen, waar het CDA aan meedeed, kwamen er veel brieven binnen. Eigenlijk allemaal om geld of invloed. Behalve een tekening van het straatpastoraat. Hier stond alleen op dat er voor het gemeentebestuur gebeden werd. Wat er in al die andere brieven stond weet ik niet meer, maar ik weet dat er voor ons gebeden wordt.
Echte betrokkenheid kost veel tijd. Werkbezoeken, gesprekken en vergaderen. Niet geschikt voor mensen met snelle ambities en honger naar belangrijke posities.
Bescheidenheid moet de toon zetten. Als christen weet je dat je afhankelijk bent van een grote en goede God. Dit geeft rust in een wereld waarin iedereen successen wil behalen en claimen. Als kleine fractie kun je niet alleen jouw wensen verwezenlijken. Maar door anderen successen te gunnen, kun je zelf ook successen boeken.
Een christen vervult ook de rol van verbinder. Tussen links en rechts. Maar vooral tussen overheid en samenleving. Bezuinigingen zorgen ervoor dat overheid veel taken afstoot. Van welzijnswerk tot bibliotheek, van kinderboerderij tot theater. De afgelopen jaren hebben wij ervoor gezorgd dat bewoners en verenigingen, maar ook kerken in de gelegenheid werden gesteld om deze maatschappelijke activiteiten over te nemen. Gestimuleerd door de overheid.
En dit is een onderscheidend punt: een deel van de politiek gelooft dat alleen de overheid maatschappelijke taken kan oppakken; een ander deel ziet geen rol meer voor de overheid in de maatschappij.
Een ander onderscheidend punt voor christelijke politiek is de moraal. Het bestaan van een hogere norm wordt vaak bestreden vanuit de individuele autonomie. In lokale politiek lijken morele kwesties ver weg, maar zijn ze dichtbij. Denk aan discussies over coffeeshops en prostitutiebezoek. De individuele vrijheid moeten hierin minder wegen dan het algemeen belang.
Bij het spreken over moraal zijn betrokkenheid en bescheidenheid voorwaardelijk. De Tien Geboden beginnen niet voor niets met het spreken over het verbond tussen God en mensen. Zonder betrokkenheid zal een moreel appel geen vruchtbare bodem vinden, behalve bij je eigen achterban. Zonder bescheidenheid overschat je je eigen kunnen en de rol van de moraal in de politiek. Want moraal kan in de politiek wel uitgedragen worden, maar wordt pas effectief in de maatschappij.
De bouwstenen van betrokkenheid, bescheidenheid, verbinding en moraal passen in de nieuwe rol die ik zie voor christendemocratische politiek in een stad, of misschien ook land, waarin zetelaantallen wel eens afnemen. De nieuwe rol die ik zie is minder op de politieke arena gericht en meer op de onderliggende laag van de samenleving.
De wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid geeft in een rapport aan dat de doe-democratie de toekomst heeft. Niet de politieke arena en de overheid zijn als eerste verantwoordelijk voor de samenleving, maar mensen in gezinnen, buurten, kerken en verenigingen. Daar moeten wij bij zijn. Van de vergaderstoel naar de huiskamer, van het stadhuis naar de kerk en van de politieke partij naar maatschappelijke initiatieven.
Wanneer wij deze diepere laag van de samenleving weten aan te boren is er oogst te verwachten. En gelukkig hoeven wij het hierbij niet van onszelf te verwachten.
De auteur is fractievoorzitter van het CDA in Den Haag.