Prinsjesdag: Met oranje hoed, sjerp en paraplu op de eerste rij
DEN HAAG – Opgewonden staan ze achter het hek, leerlingen van de Rehobothschool in Alphen aan den Rijn. Sommigen hebben de Koningin al eerder gezien: toen die hun woonplaats bezocht na een schietpartij in een winkelcentrum. Vandaag is er een feestelijker gelegenheid. Prinsjesdag onder een versluierd zonnetje.
Elma van der Vliet schudt heftig haar hoofd, zodat haar oranje hoed wiebelt: nee, ze heeft „de Koningin en de koets” nog nooit gezien. Andere Alphenaartjes wel, in hun stad, of op een eerdere Prinsjesdag, of bij een paardrijwedstrijd in Amsterdam, „vorig jaar, geloof ik; dat moet u maar aan m’n moeder vragen, daar!” Daan Vis, Chris de Waard, Lotte Kramer, Esther Nobel, ze verdringen elkaar rond de verslaggever: „Mag mijn naam er ook in?”
Verderop achter de hekken is het nog veel rustiger. Rond 10 uur is er nog weinig publiek. „Dat komt door het weer”, denkt mevrouw Bodewits uit Groningen. Ze komt hier elk jaar. „De sfeer is zo leuk.”
Ze hoefde niet vroeg van huis om hier om 9 uur met oranje hoed, sjerp en paraplu op de eerste rij te zitten: „We zijn zondag al gekomen, want we vinden het oefenen met de paarden op het strand altijd zo leuk. Daar gaan we elk jaar kijken.”
Het was vanmorgen even zoeken naar een plek. „Mijn vriendin en ik hebben een vaste plaats tussen Lange en Korte Vijverberg.” Ditmaal gaat de stoet door de donkere Lange Houtstraat: de Korte Vijverberg is afgesloten vanwege een verbouwing van het Mauritshuis.
„We gaan naar vak P, op het Plein”, wijst meester Lankhaar van de Gorinchemse Jacobus Koelmanschool. Ook de Eben-Haëzerschool uit Apeldoorn is al present.
Een rij vaderlandse vlaggen siert de Hofvijver op. Enkele gekleurde medelanders geven elkaar taalles. Wijzend: „Water. Vlag.” „Vlak?” „Vlag!”
Een lichtbak op het Spui maakt tweetalig kenbaar dat de Gouden Koets/Golden Coach hier niet van de poort naar het Binnenhof gebruik zal maken. De ingang van de Ridderzaal is vanaf hier wel te zien. In het donkerrode kleed erboven, dat zwaar van het regenwater naar beneden hangt, zitten grote vochtplekken.
De hoogste klas van de Koningin Wilhelminaschool in Zoetermeer dromt samen voor het hek. „Hebben jullie állemaal een camera?” zegt een agent ‘verbluft’.
De dames Steenbergen en Vellekoop uit Hendrik-Ido-Ambacht zijn er al bijtijds. Mevrouw Steenbergen voor het eerst: „Het staat mijn hele leven al op m’n verlanglijstje, want we zijn heel Oranjegezind. Maar wij zaten op de beroepsvaart, dus ik had nooit gelegenheid om naar Den Haag te gaan.”
Dat ligt voor haar vriendin anders: „Ik ben geboren Loosduinse; we kregen elke Prinsjesdag vrij en dan ging ik met mijn ouders kijken. Vooral de rijtour van koningin Juliana en prins Bernhard met hun dochters was leuk.” Hoopvol: „Misschien herstelt Willem-Alexander die traditie in ere als hij koning wordt.”
Inmiddels is ze „bijna 50 jaar getrouwd en dus bijna 50 jaar de stad uit.” Maar op Prinsjesdag kwam ze soms terug. „Ik vroeg vrij voor mijn kinderen. Het hoofd van de school juichte dat toe.”
Auto’s met genodigden rijden af en aan. Ze moeten om 12.45 uur present zijn in de Ridderzaal. Precies een kwartier later vertrekt de koninklijke stoet vanaf Paleis Noordeinde. Tegelijkertijd opent voorzitter De Graaf van de Eerste Kamer alvast de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal, in afwachting van de vorstin.