Muziek

Dwarsfluit bouwen is precisiewerk

In de bossen bij Driebergen, op landgoed Bornia, is het atelier van Anton Vroom. Hier bouwt hij samen met Jurrien Wormgoor dwarsfluiten van hoogwaardige kwaliteit.

Jan-Kees Karels
17 September 2012 09:02Gewijzigd op 14 November 2020 23:12
Foto 1: Het bepalen van de coödinaten van de toongaten.                   Foto Anton Vroom
Foto 1: Het bepalen van de coödinaten van de toongaten. Foto Anton Vroom

De oude Grieken en Romeinen speelden al op fluiten, gemaakt van hout, riet of botten. Tegenwoordig wordt de dwarsfluit gemaakt van zilver, goud of van een mengsel van beide. Zo ook in het atelier van Anton Vroom. Het verschil tussen goud en zilver is te horen aan de klank, zegt de ervaren dwarsfluitbouwer. „Een gouden fluit heeft een iets andere boventoonstructuur, een ander kleurenspectrum. Goud is een zwaarder metaal en heeft daardoor een andere klank.”

Anton Vroom (1949) speelde al op jonge leeftijd klarinet, saxofoon en dwarsfluit. Hij volgde de opleiding tot instrumentmaker in Leiden. Vroom werkte als research­medewerker bij Philips en in de medische wereld als röntgentechnicus. Vanaf 1990 heeft hij zich fulltime met fluitbouw beziggehouden. In zijn atelier geeft hij ook workshops goud smeden.

Zijn jongere compagnon Jurrien Wormgoor geeft muziek aan het Karel de Grote College in Nijmegen. Hij studeerde dwarsfluit aan het conservatorium in Tilburg en treedt op als solist bij het Arnhems Symphonie Orkest NOVA. Zo’n vijftien jaar geleden ontmoette hij Vroom op een beurs van het Nederlandse fluitgenootschap. Wormgoor stond verbaasd over de kwaliteit van de kopstukken die Vroom bouwde. Er ontstond een samenwerking. Wormgoor volgde de cursus goudsmeden in Schoonhoven. „Anton en ik zijn samen gaan kijken door welke karakteristieken de klank van de dwarsfluit wordt bepaald”, zegt Wormgoor. Hij toont schetsen op millimeterpapier van allerlei kleine onderdelen van de dwarsfluit. Het bouwen van het blaasinstrument is precisiewerk. Het vraagt om geduld en doorzettingsvermogen. Met één fluit ben je voltijd ongeveer een maand bezig, schat Wormgoor.

De dwarsfluit bestaat uit een kopstuk, een middenstuk en een voetstuk. Op de buis van het middenstuk en het voetstuk worden plekken gemarkeerd waar de toongaten moeten komen. Een klein ‘deukje’ geeft aan waar het gat geboord gaat worden. Die positie is van groot belang voor de klankvorming, zegt Vroom, anders krijg je een onzuivere fluit (foto 1). In totaal worden er zeventien toongaten in de buis gemaakt (foto 2).

Wormgoor toont een setje onderdelen waar hij de laatste tijd aan heeft gewerkt (foto 3). Ribben zijn langwerpige strookjes, waarop pionnetjes worden gemonteerd. Een rib met pionnetjes wordt naast de toongaten gemonteerd. Door de pionnetjes komt een as te liggen. Daaraan worden de kleppen gesoldeerd.

De kleppen bestaan uit klepdeksels en armpjes waar deze aan vast gesoldeerd worden. Voordat de armpjes worden gegoten, moet eerst een mal worden gemaakt. Die mal wordt volgespoten met bijenwas. De armpjes van bijenwas worden in een ‘wasboompje’ (foto 4) gezet. Over de wasboom komt een bus te staan, die wordt gevuld met gips. Vervolgens wordt de was eruitgehaald en kan de gipsvorm gevuld worden met het edele metaal. Zo ontstaat een ‘zilverboompje’ (foto 5), waar de armpjes als het ware van ‘gesnoeid’ kunnen worden.

Het belangrijkste deel van de dwarsfluit is het kopstuk. De vorm van het kopstuk, de vorm van het blaasgat en de afmetingen van het blaasgat bepalen in hoge mate de klank (foto 6). Vroom Dwarsfluitbouw is gespecialiseerd in het maken van deze kopstukken. Na jarenlang onderzoek heeft Vroom speciale ergonomische kopstukken ontwikkeld voor mensen die niet meer op de traditionele manier ‘dwars’ kunnen fluiten (foto 7).

www.antonvroom.nl

www.ateliervoorgoudsmeden.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer