Kerk & religie

Het Utrechts Archief bewaart origineel van 375-jarige Statenbijbel

De Statenvertaling bestaat maandag 375 jaar. Op 17 september 1637 boden drie predikanten de eerste Bijbel aan de Staten-Generaal aan. Die Bijbel en de stukken van de vertalers liggen nu in Het Utrechts Archief. Een kijkje in het archiefdepot. „Dit is ook voor ons een heel bijzonder stuk.”

14 September 2012 17:28Gewijzigd op 14 November 2020 23:11
De stukken van de vertalers van de Statenbijbel liggen goed opgeborgen in Het Utrechts Archief. Foto: Archiefmedewerkster Annelot Vijn toont een bundel met correcties. Foto RD, Anton Dommerholt
De stukken van de vertalers van de Statenbijbel liggen goed opgeborgen in Het Utrechts Archief. Foto: Archiefmedewerkster Annelot Vijn toont een bundel met correcties. Foto RD, Anton Dommerholt

Archiefmedewerkster Annelot Vijn opent met haar pasje een reeks deuren. Sommige daarvan zijn dik en zwaar. Ze moeten vuur tegenhouden. De stukken over de Statenbijbel liggen op een van de kelderetages. Als het tl-licht aangaat, verschijnt een gang met links en rechts een rij verrijdbare archiefkasten. Ze liggen vol kartonnen dozen. Daarin is de historie zorgvuldig opgeborgen.

Het is hier fris. Temperatuur en luchtvochtigheid worden nauwlettend bewaakt. Alleen zo kunnen de duizenden waardevolle documenten voor het nageslacht worden bewaard.

Vijn loopt naar een van de laatste kasten in deze ruimte. Een bordje meldt: ”Oud Synodaal Archief 1566-1816”. In deze kast staat 24 meter kerkgeschiedenis van hoog niveau. Vijn: „Het gaat onder meer om de originele stukken met betrekking tot het Convent van Wesel (1568), tot de Synode van Holland en Zeeland (1574) en ook de Nationale Synode (1571-1619).”

Hier liggen ook de vele aantekeningen van de commissie van vertalers en revisoren van de Statenvertaling. Tussen 1626 en 1637 vertaalden predikanten het Oude en Nieuwe Testament en de apocriefe boeken in het Nederlands, collega’s keken over hun schouders mee. Het werk van de vertalers en de correctors –revisoren– is bewaard gebleven en behoort nu tot de topstukken van Het Utrechts Archief.

Gezichtje

Deze stukken komen zelden van hun plek, vertelt Vijn. Dat komt doordat ze allemaal op microfiche staan. Iedereen kan die opnamen van deze stukken hier in de studiezaal bekijken, maar de originele stukken blijven veilig opgeborgen. We zijn druk bezig om de stukken uit ons archief te digitaliseren en in onze archiefbank te publiceren”, zegt Vijn, zelf nauw betrokken bij de digitale ontsluiting van Het Utrechts Archief.

Vijn heeft voor deze keer wel een paar dozen uit het archief naar een andere ruimte gebracht. Op een groot kussen –„anders valt het boek te ver open en ontstaan er beschadigingen”– ligt het ”Autographum van het Nieuwe Testament”. Vijn bladert het voorzichtig door. In deze concepttekst van de Statenvertaling staan op tal van plaatsen strepen, sterretjes, aanduidingen. „Om de bladzijde is een witte pagina toegevoegd. Daarop zetten de revisoren verbeteringen, aanvullingen en andere aantekeningen.” Soms is met stevige inktstrepen een vertaling doorgestreept en vervangen door een betere die dan in de definitieve tekst verwerkt moest worden. Op verschillende plaatsen staan opmerkingen over de vormgeving.

Soms dwaalden de gedachten van de vertalers en revisoren even af, blijkt uit zogeheten droedels en krabbels. Misschien was de discussie niet boeiend? Toen een van de predikanten bezig was bij Hebreeën 1 kon hij het niet laten om de letter o in het woord apostel te voorzien van twee ogen, een neus en een mond. Dacht hij aan zijn zoontje, dat hij door de drukte van het vertaalwerk al zo lang niet had gezien?

Verweerd fluweel

Vijn heeft nog een doos meegenomen. Die is nog een slag groter. Daarin ligt het eindresultaat van jaren vergaderen, vertalen en corrigeren: de eerste Statenbijbel. Het is het exemplaar dat de predikanten Hommius, Rivet en Walaeus op 17 september 1637 plechtig aan de Staten-Generaal overhandigden. „Dit is ook voor ons een heel bijzonder stuk”, zegt Vijn. „Het is een onderdeel van de Canon van Nederland.”

De Statenbijbel verkeert na 375 jaar nog in behoorlijk goede staat. De goudkleur op de zijkant van de pagina’s –goud op snee heet dat officieel– blinkt nog. De versierde sloten werken nog.

De rug van de Bijbel vertoont wat sporen van de tand des tijds. Het chique paarse fluweel van de buitenkant is deels weggesleten. Toch blijft zichtbaar dat het om een luxe uitgave gaat.

De binnenkant ziet er gaaf uit. De pagina’s zijn nog stijf. Alsof ze nieuw zijn. „De Bijbel is niet gebruikt als leesbijbel. Dat verklaart waarom hij er nog zo goed uitziet”, licht Vijn toe. Ze praat met veel enthousiasme over deze schat uit het archief. „Is het niet prachtig om hier te mogen werken?”

Klik hier voor eerder verschenen artikelen over de Statenvertaling.


In jaren

1618 – Tussen 19 en 27 november 1618 vergadert de Synode van Dordrecht in zeven zittingen over de vertaling van de Bijbel. Is er noodzaak om een nieuwe vertaling te maken? Zo ja, hoe moet dat dan zo getrouw mogelijk gebeuren? Wie moeten het vertaalwerk ter hand nemen?

1625 – De Staten-Generaal –zij zijn de opdrachtgevers– besluiten op 18 juli dat de vertalers in Leiden moeten gaan wonen en regelen een vergoeding voor het werk.

1626 – De Staten-Generaal gaan eindelijk akkoord met een vertaling. De vertalers gaan op 13 november 1626 aan de slag. Ze komen samen in het huis van Johannes Bogerman aan het Pieterskerkhof in Leiden.

1632 – Het Oude Testament is vertaald.

1633 – Op 9 juli komen de acht overzieners (revisoren) met de vertalers in Leiden bij elkaar om de moeilijke vertaalkwesties te bespreken. Zij zijn daar veertien maanden mee bezig.

1634 – Afronding van het Nieuwe Testament. Leiden sluit een overeenkomst met Machteld Aelbrechtsdr., weduwe van Hillebrand Jacobsz. van Wouw, om de Bijbel te drukken, uit te geven en te verkopen.

1637 – Op 17 september overhandigen de predikanten ds. Festus Hommius, ds. Andreas Rivet en ds. Antonius Walaeus het eerste exemplaar van de vertaling –in groot formaat, verguld op snee en gebonden in paars fluweel– aan de Staten-Generaal.

1639 – De Staten-Generaal besluiten dat de eerste officiële Statenbijbel en de stukken van de overzieners (de ”autographa”) in Leiden op het stadhuis moeten worden bewaard.

1800 – De stukken van de overzieners verhuizen naar het archief van de Nederduits Gereformeerde Kerk, later de Nederlands Hervormde Kerk. Daarvan maken ze nog steeds deel uit – nu eigendom van de Protestantse Kerk in Nederland. Ze liggen in Het Utrechts Archief.


Activiteiten

-Maandag 17 september vindt in de Grote Kerk van Dordrecht een herdenkingsdienst plaats in verband met 375 jaar Statenvertaling. De bijeenkomst is georganiseerd door de Gereformeerde Bijbelstichting. Het thema luidt: ”Van geslacht tot geslacht”. Sprekers zijn de predikanten Tj. de Jong, A. van Heteren, A. van Voorden en Th. L. Zwartbol. Organist is Pieter Heijkoop. Toegang alleen met vooraf aangevraagd toegangsbewijs.

-Op 27 september presenteren dr. F. Laurentius en M. J. Roos het boek ”Met veele schoone Figueren verçiert. Een bijzondere Bijbel”. Het is een onderzoek naar een „unieke Bijbel” uit 1643 met 125 Bijbelse prenten. Het boek (ISBN 978 90 816211 2 0) van de twee auteurs bevat een uitvoerige beschrijving van die prenten en een hoofdstuk over het ontstaan van deze Bijbel. De presentatie –gekoppeld aan 375 jaar Statenvertaling– vindt om 15.00 uur plaats in de Noorderkerk in Amsterdam. Aanmelden via piranesi@zeelandnet.nl of tel. 0118-641805.

-In het Statenbijbelmuseum in Leerdam is tot december een themapresentatie te zien ”375 jaar Statenbijbel: 1637-2012”. De presentatie vertelt het verhaal van het ontstaan en de invloed van de vertaling.

-Ter gelegenheid van 375 jaar Statenvertaling ging de site statenvertaling.nl online. De site bevat een aantal artikelen over de vertaling. Initiatiefnemer C. Valk wil de site op termijn uitbreiden „en –indien haalbaar– ook het raadplegen van de Statenvertaling zelf via deze site mogelijk maken.”


Het Utrechts Archief

Het Utrechts Archief heeft twee locaties in de stad Utrecht. In totaal is daar 26 kilometer archief ondergebracht. Het gaat om stukken uit de middeleeuwen tot nu toe. Zo zijn er de archieven van de stad en de provincie Utrecht te vinden. Het Utrechts Archief is ook het landelijk centrum voor kerkelijke archieven en voor die van de Nederlandse Spoorwegen. Daarnaast zij er honderden andere archieven ondergebracht, zoals van families, van Utrechtse buitenplaatsen, van keizer Wilhelm toen hij in Nederland verbleef en van Utrechtse studentenverenigingen.

De stukken over de Statenvertaling zijn te vinden in de digitaal te raadplegen databank van het archief.


Digibron

Zie voor meer informatie over de Statenvertaling in het archiefsysteem Digibron: Digibron.nl/sv375.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer