Commentaar: Goede relatie tussen school en ouders is erezaak
School en ouders zijn natuurlijke bondgenoten. Ze hebben elkaar nodig in het belang van de kinderen. Toch is die relatie in de praktijk nogal eens onderwerp van discussie. Bekende kritiek over en weer: de school vindt dat ouders meer betrokken moeten zijn en ouders menen dat de school slecht naar hen luistert.
Het onderwerp krijgt ook geregeld aandacht in de politiek. Zo pleitte demissionair onderwijsminister Van Bijsterveldt in april dit jaar voor meer betrokkenheid van ouders bij de schoolresultaten van hun kind. Bespreek aan de koffietafel met je kind het reilen en zeilen op school en help het bij zijn huiswerk. Dat allemaal aan de oppas overlaten, omdat pa en ma beiden buiten de deur werken, is niet verstandig, bedoelde de CDA-bewindsvrouw te zeggen. Daar is geen woord Spaans bij.
Deze week sloeg de Rotterdamse onderwijswethouder De Jonge, ook van het CDA, op hetzelfde aambeeld. Hij wil dat ouders van mbo-studenten, ook al zijn die inmiddels 18 jaar en dus voor de wet volwassen, de overeenkomst met school medeondertekenen om daarmee hun betrokkenheid te tonen.
Zijn redenering: kinderen zijn op hun achttiende niet ineens volwassen en kunnen ook dan een steuntje in de rug best gebruiken. Het pleidooi is bedoeld als een van de wapens in de strijd tegen voortijdige schooluitval. Daar is veel voor te zeggen, zeker in het mbo, met nog steeds een hoog percentage drop-outs.
Het gaat een stap verder om concrete vormen van ouderbetrokkenheid in de wet vast te leggen. Daarmee krijgen ze een verplichtend karakter. De Rotterdamse wethouder vindt dat nodig, omdat hij bang is dat vrijblijvende afspraken niet zullen leiden tot meer ouderbetrokkenheid. De praktijk geeft hem in veel gevallen gelijk. Welke ouder kan er trouwens bezwaar tegen hebben om een handtekening te zetten onder de schoolovereenkomst van zijn zoon of dochter?
Sommige scholen zetten zelf afspraken met ouders op papier in een zogeheten ouderovereenkomst. Daar is niets mis mee, zolang de school maar helder voor ogen heeft hoe hij de relatie met ouders ziet. Op dat punt valt veel te verbeteren. Pabostudenten krijgen tijdens hun opleiding doorgaans weinig te horen over de rol van ouders en de relatie met school. Het resultaat kan zijn dat leraren ouders vooral zien als mensen die altijd wat te zeuren hebben. Andersom hebben ouders soms overspannen verwachtingen van school.
Voordat er van alles wordt vastgelegd in documenten is het verstandig dat school en ouders zich eerst bezinnen op de vraag hoe ze elkaar zien en wat ze van elkaar verwachten. Dat zou in veel gevallen al genoeg kunnen zijn om de betrokkenheid van ouders bij de school en hun kind te verbeteren.
Voor christelijke ouders en scholen zou betrokkenheid over en weer een erezaak moeten zijn. Het kardinale punt van de schoolstrijd in 1917, die uiteindelijk leidde tot gelijke bekostiging van openbaar en bijzonder onderwijs, was het principe dat de school aan de ouders behoort. Adeldom verplicht. Als dat niet overtuigt: kinderen presteren beter als hun ouders positief betrokken zijn bij school.