Minister De Jager: Geen beslissingen over Griekenland
NICOSIA (ANP) – De ministers van Financiën van de 17 eurolanden zullen vrijdag geen beslissingen nemen over Griekenland. Daarvoor zal eerst het eindrapport van het team van experts, de zogeheten trojka, binnen moeten zijn. Dat zei minister Jan Kees de Jager vrijdag bij binnenkomst. De ministers zijn in Cyprus, dat dit halfjaar de voorzitter is van de Europese Unie.
De Jager verwacht wel dat er een stevige discussie wordt gevoerd over de vorderingen van het land. Media berichtten donderdag dat Griekenland een derde reddingspakket nodig heeft en dat Athene pas een heel klein deel van de hervormingen en bezuinigingen heeft doorgevoerd.
De minister benadrukte dat het aan de Grieken is om te bewijzen dat ze werk maken van de afspraken. „Wij kunnen pas de volgende tranche uitbetalen, als er een positief rapport van de trojka ligt.” Hij herhaalde dat het voor de toekomst van het land en de Grieken zelf van belang is te hervormen.
De consensus onder de euro-ministers om Griekenland meer tijd te geven om aan de afspraken te voldoen, is wel groeiende. Nederland heeft eerder al gezegd best bereid te zijn de Grieken tijd te geven, mits het geen extra geld kost.
Over Portugal was De Jager te spreken. Het land is goed op weg met de afgesproken bezuinigingen en hervormingen. Het Zuid-Europese land kan dan ook iets langer de tijd nemen om aan alle afspraken te voldoen. „Portugal klaagt ook niet steeds, zoals we gezien hebben bij de Grieken”, aldus De Jager.
Over Spanje gaan de euro-ministers het ook hebben vrijdag. Met name over onder welke voorwaarden Spanje steun kan krijgen voor zijn bankensector en de rol die de Europese Centrale Bank (ECB) daarin speelt. „Als Spanje steun gaat krijgen, dan zal het voorwaardelijk zijn”, zei De Jager. Hij wilde niet ingaan op vragen over hoeveel steun het land nodig zal hebben.
De president van de ECB, Mario Draghi, en de president van het Internationaal Monetair Fonds, Christine Lagarde, zitten ook aan bij de vergadering.
In de middag schuiven ook de ministers van de tien niet-eurolanden aan.