Je ziet ze in de stands van vrijwel alle tractormerken: de zogenoemde aanrijdbeveiliging van de firma Peecon uit Etten-Leur. In de fronthef van de tractor hangt een stalen balk met een slim hydraulisch systeem, dat de schok bij een aanrijding opvangt. Ledlampjes en grote stickers zorgen ervoor dat het ding goed zichtbaar is voor het verkeer.

Hoewel tractoren volgens de wet op de openbare weg maximaal 25 kilometer per uur mogen rijden, is er niemand die zich daaraan houdt. Tijdens de oogst werken boeren zo hard mogelijk door.

„We hebben al eens 72 kilometer per uur gemeten bij een grote tractor met een volgeladen kieper erachter”, zegt Fred Piel van het verkeershandhavingsteam van de politie Flevoland. Samen met een collega geeft hij op de landbouwbeurs uitleg over een Flevolands project om de veiligheid van landbouwverkeer te verbeteren. Na een overgangs­periode, waarin nog waarschuwingen werden gegeven, treedt de politie in de polder sinds begin dit jaar verbaliserend op.

Piel zegt dat de situatie in een paar jaar fors is verbeterd. „In 2008 konden we bij 85 procent van de landbouwvoertuigen die we staande hielden zomaar acht tot negen verbalen uitschrijven. Nu gaat meer dan 80 procent veilig de weg op. Remmen, verlichting, bebording en afscherming van scherpe delen en dergelijke zijn meestal in orde. Alleen te hard rijden blijft een probleem.”

Minister Kamp van Sociale Zaken kon woensdagmiddag in Biddinghuizen in eigen persoon een remtest uitvoeren. Het was schrikken toen de combinatie met slechte remmen tientallen meters nodig had om tot stilstand te komen.

De branche­organisaties Federatie Agrotechniek en het Centraal Orgaan Mechanisatiebedrijven boden Kamp een document aan waarin ze pleiten voor de invoering van een kenteken voor landbouwvoertuigen, een verplichte periodieke keuring en een trekkerrijbewijs met speciale aandacht voor de risico’s voor andere verkeersdeelnemers. Als die zaken er komen, kan de maximumsnelheid volgens de organisaties verhoogd worden naar 
40 kilometer per uur. Kamp zegde toe het voorstel „serieus” te zullen bekijken.

Tekort aan monteurs

Landbouwmechanisatie­bedrijven schreeuwen om goed opgeleide monteurs. Omdat het reguliere onderwijs te weinig kwaliteit bood, hebben ze in 2008 een instituut opgericht dat de roc’s ondersteuning aanbiedt. Inmiddels telt OBMech 140 leerlingen, die na afronding van hun opleiding een speciaal certificaat krijgen.

Volgens directeur Henri van het Erve heeft de sector behoefte aan een jaarlijkse instroom van zeker 250 monteurs. De komende vijf jaar verwacht hij een tekort van 20 procent. „Techniek is best weer in de picture, maar ons beroep is niet zo bekend. We zoeken de jongens die graag áán de trekker zitten. Dat is een ander type dan de jongens die liefst óp de trekker rijden.”

De brancheorganisaties pleitten woensdag bij minister Kamp (Sociale Zaken) voor meer sturing van het technisch onderwijs door de overheid.

Braziliaan blij met sojaprijs

De grootouders van Willem Bouwman emigreerden in de jaren vijftig van de vorige eeuw vanuit Overijssel naar de Hollandse kolonie Castrolanda in Brazilië. De akkerbouwer heeft een bedrijf van 4000 hectare waarop hij soja, mais, bonen, tarwe, haver en aardappels verbouwt. Soja en mais zijn bestemd voor de export, de andere producten voor de lokale markt. Op bezoek in Biddinghuizen zegt hij blij te zijn met de huidige hoge prijzen voor soja en mais op de wereldmarkt – een gevolg van ernstige droogte in de Verenigde Staten en Oost-Europa. „Wij gaan twee goede heel goede jaren tegemoet, want het duurt wel even voordat de wereldvoorraden weer zijn aangevuld.” In Brazilië –een van de opkomende economieën– is land tegenwoordig duur. „Voor goedkope grond moet je nu naar Afrika”, weet Bouwman.