De gebroeders P. hebben van meet af aan ontkend ook maar iets met het coketransport - een record op Schiphol, met een waarde van circa 32 miljoen euro - van doen te hebben. Niettemin was justitie er tot voor kort van overtuigd dat hun bedrijf Surimpex als dekmantel heeft gediend om de drugs binnen de Nederlandse grenzen te loodsen.

Het onderzoek tegen de broers kwam pas laat op gang, want aanvankelijk richtte de politie haar aandacht op een criminele groepering waarvan zij vermoedde dat deze het brein achter de smokkel was. Dit liep op niets uit, waarna de pijlen op onder anderen de gebroeders P. werden gericht.

Het tweetal importeerde groenten en fruit vanuit Suriname, waar R.P. al geruime tijd woonde en een bestaan had opgebouwd. Zijn broer zorgde voor distributie van de handelswaar in Nederland. Onder meer de enigszins gebrekkige administratie van het bedrijfje bracht justitie tot de verdenking dat het om een dekmantel voor drugssmokkel ging. Tot ongenoegen van de raadslieden van de broers is de administratie lang uit het strafdossier gehouden. Volgens hen blijkt dat de boekhouding heel behoorlijk op orde was. Dat had in een veel eerder stadium van de vervolging de verdenking kunnen wegnemen.

Veel meer nog geldt dat voor zeven ordners met verslagen van afgeluisterde telefoongesprekken. Deze werden pas drie weken geleden aan het dossier toegevoegd, op aandringen van de verdediging. R.P.’s advocaat N. Meijering citeerde dinsdag een aantal passages die ontlastend zijn voor zijn cliënt.

Het onderzoeksteam had de gesprekken buiten de stukken gehouden omdat zij „niet relevant” werden geacht. Meijering vindt dit „bij de wilde spinnen af”. Hij meent dat er boze opzet in het spel is en dat justitie met de recordvangst hoe dan ook strafrechtelijk wilde scoren. De rechtbank in Haarlem is bewust misleid en het Openbaar Ministerie moet niet ontvankelijk verklaard moet worden, aldus Meijering.

R.P. heeft zestien maanden in voorlopige hechtenis doorgebracht, nadat hij door Suriname aan Nederland was uitgeleverd. Het hof schorste die hechtenis enige tijd geleden. Zijn broer zat aanmerkelijk korter. De Haarlemse rechtbank sprak hem na een eis van drie jaar vrij. Het Openbaar Ministerie ging daartegen in beroep, maar dinsdag vroeg aanklaagster Van der Kaaij ook voor hem vrijspraak.

Tegen de 32-jarige P. van Z., ex-werknemer van luchthaven Schiphol, eiste Van der Kaay zes jaar cel wegens zijn betrokkenheid bij de smokkel. De rechtbank had hem tot drie jaar cel veroordeeld. Hij zou een belangrijke rol hebben moeten spelen bij het opvangen van de partij coke. Hij was geen bekende van de gebroeders P.

Het hof doet in de drie zaken uitspraak op 29 januari.