Justitie houdt BP grotendeels verantwoordelijk voor de ramp met het platform Deepwater Horizon dat explodeerde en zonk. Daarbij kwamen 11 mensen om en stroomden 4,9 miljoen vaten olie in zee. Grove nalatigheid is de centrale kwestie in de zaak. Als BP daarvoor veroordeeld wordt, kan de schadevergoeding die het olieconcern moet betalen oplopen tot 21 miljard dollar.

Een voorbeeld van grove nalatigheid is volgens de Amerikaanse autoriteiten dat er „verbluffende” fouten werden gemaakt door BP en door platformeigenaar Transocean, bij het aflezen van de juiste informatie van een druktest. BP verwierp de aantijging en zei zich te verheugen op de bewijslevering op dit punt tijdens de rechtszaak in januari.