Christenvervolging

Christenen in Irak nog steeds massaal op de vlucht

BAGDAD – Christenen in het Midden-Oosten worden geconfronteerd met het feit dat er geen staten meer zijn die hun belangen behartigen. Dat maakt het werk van internationale organisaties des te belangrijker.

Martin Janssen
28 August 2012 11:34Gewijzigd op 14 November 2020 22:52
Kerkdienst in de Assyrische kerk in Duhok in Noord-Irak.             Foto RD, Anton Dommerholt
Kerkdienst in de Assyrische kerk in Duhok in Noord-Irak. Foto RD, Anton Dommerholt

In de Arabische wereld worden we geconfronteerd met een eigenaardige contradictie. Sinds begin 2011 volgen we via de media de revoluties die het ene na het andere land in hun greep kregen. In naam van democratie, vrijheid en eerbiediging van de mensenrechten kwamen volkeren in opstand tegen tirannen en despoten. Te lang was ten onrechte gedacht dat de Arabische volkeren als gevolg van hun eigen godsdienstige en culturele tradities hiervoor immuun en ongevoelig zouden zijn.

De contradictie schuilt hierin dat mét deze Arabische democratiseringsgolf tegelijkertijd de zorg groeide over de kwetsbare positie van minderheden te midden van al deze revolutionaire veranderingen. Een volksbeweging dwong in Egypte de autoritaire president Mubarak tot aftreden. Er volgden voor het eerst sinds decennia vrije verkiezingen. Toch lijkt tegelijkertijd de situatie van de koptische minderheid in het land zorgwekkend te verslechteren. De Duitse televisiezender ARD meldde vorige week dat steeds meer koptische christenen anonieme dreigbrieven ontvangen.

Mogelijk nog ernstiger is de situatie van vrijwel álle minderheden in Syrië. Wie de situatie in dit land nauwlettend volgt, kan op basis van de feiten slechts concluderen dat –ongeacht de uitkomst van het conflict– voor met name Syrische christenen geen positieve ontwikkelingen zijn te verwachten. Omdat alle belanghebbende landen die bij de Syrische burgeroorlog betrokken zijn geraakt hun eigen politieke agenda’s volgen, waarin zorg voor het lot en de toekomst van de Syrische christelijke gemeenschappen nauwelijks een punt van consideratie is.

Westelijke landen

In zowel Qatar als Saudi-Arabië is de onverdraagzame wahabitische ideologie dominant. Daarom zijn de Syrische christenen niet verbaasd dat ze van deze zijde geen steun hoeven te verwachten. Vaak tegen beter weten in hadden velen van hen dit echter wel verwacht van de westelijke landen. De soennitische moslims worden wereldwijd, en dus ook in Syrië, actief gesteund door staten die zich met hun godsdienst identificeren en die zich daarom opwerpen als hun beschermers.

In deze turbulente periode worden christenen in het Midden-Oosten echter geconfronteerd met het feit dat er geen staten meer zijn die hun belangen behartigen, omdat deze staten zich grotendeels niet meer identificeren met hun christelijke wortels en cultuur. Deze ontwikkeling heeft zowel het isolement als de kwetsbaarheid van de christelijke minderheden in het Midden-Oosten vergroot.

De absentie van christelijke staten die de nood van geloofsgenoten elders in de wereld op de politieke agenda hebben staan, maakt het werk en het belang van internationale christelijke organisaties des te belangrijker. Het zijn organisaties als International Christian Solidarity en Open Doors die dezer dagen voortdurend de aandacht vestigen op de problematiek waarmee bijvoorbeeld Egyptische en Syrische christenen worden geconfronteerd. En het is de organisatie Open Doors die de afgelopen week een dringende oproep deed om in deze algemene crisissituatie in het Midden-Oosten vooral de Iraakse christenen niet te vergeten. Omdat met name in de noordelijke stad Mosul het geweld tegen de christelijke minderheid groeiende is.

Carl Moeller, voorzitter van Open Doors in de Verenigde Staten, aarzelde zelfs niet om in dit verband te spreken van een „religicide.” Hij stelde recentelijk dat „christenen in Iraakse steden als Bagdad en Mosul in de greep zijn geraakt van terrorisme. Zij vluchten massaal.”

Moeller zei tijdens een interview in The Christian Post dat „er in Mosul reeds enkele jaren sprake is van een enorme mensenrechtencrisis. Doordat alle aandacht momenteel gericht is op Syrië en Afghanistan, lijkt Irak in de vergetelheid geraakt.”

De cijfers zijn alarmerend genoeg: in 2008 werden in Mosul 40 christenen vermoord en 10.000 christenen zagen zich gedwongen op de vlucht te slaan. Veel christelijke families in Mosul blijken de afgelopen maanden dreigbrieven te hebben ontvangen waarin hun te verstaan werd gegeven dat ze onmiddellijk de regio dienden te verlaten.

Eigen regio

Het is bekend dat sinds 2003 vele honderdduizenden Iraakse christenen hun land hebben verlaten. Maar Open Doors vestigde er de afgelopen week de aandacht op dat dit proces nog steeds doorgaat. Met als enige verschil dat de situatie van Iraakse christenen heikeler is geworden.

Na 2003 vluchtten velen van hen uit steden als Bagdad en Basra naar het relatief veilige noorden van Irak. Om vervolgens vaak verder te vluchten, waarbij verreweg de meesten terechtkwamen in Jordanië en Syrië. 
De vluchtroute naar Syrië is echter afgesloten wegens het aanhoudende geweld in dit land, en er is zelfs een omgekeerde vluchtelingenstroom op gang gekomen.

Intussen heeft Jordanië, dat zich reeds geconfronteerd ziet met 150.000 Syrische vluchtelingen op zijn grondgebied, zijn grensbeleid aanzienlijk verscherpt. In deze situatie hebben steeds meer Iraakse christenen die het geweld in hun eigen land zouden willen ontvluchten, het gevoel dat ze als ratten in de val zitten.

De tragiek van deze Irakese christenen werd op 17 augustus schrijnend duidelijk tijdens een speciale zitting van de mensenrechtencommissie van het Canadese parlement. Filham 
Isaac van het Nineveh Advocacy Committee overhandigde tijdens deze zitting onthutsende cijfers en probeerde opnieuw politieke steun te verwerven voor de doelstelling waar zijn organisatie haar naam aan ontleent. Sinds jaren leeft het plan om in de vlakte van Ninevé, in het noord-westen van Irak, een grotendeels autonome regio op te richten voor Iraakse christenen.

Oude Testament

De stad Ninevé, die ook in het Oude Testament wordt genoemd, was eens een parel van het Assyrische rijk waar de Assyrische christenen in Irak de directe afstammelingen van zijn. De regio heeft vruchtbare grond en grote olievoorraden. Vooral dit laatste is een belangrijke reden waarom de Koerdische regering van Irakees Koerdistan tegen een autonome regio voor christenen in Ninevé is.

De kritiek op dit plan wordt overigens ook gedeeld door een aantal Iraakse christelijke leiders die vrezen dat een dergelijke regio uiteindelijk een geïsoleerd reservaat zal worden voor christenen. Het Nineveh Advocacy Committee denkt echter dat een autonome regio voor christenen in Ninevé wellicht de laatste mogelijkheid is om te voorkomen dat het 2000 jaar oude christendom in Irak zal verdwijnen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer