Dat blijkt uit een onderzoek, uitgevoerd door de godsdienstsocioloog dr. Erik Sengers. Maandag verscheen de special ”Geloven in Mokum”, die ook op de website van de protestantse kerk Amsterdam is te vinden.

Driehonderd adressen kregen een enquête toegestuurd; 97 leden reageerden (32,3 procent). Van deze groep ziet 90 procent zichzelf als gelovig mens. Voor 60 procent heeft het geloof grote betekenis. De een noemt hierbij de rol van kerk en christelijke organisaties, de ander noemt geloof als leidraad voor normen en waarden. Iemand hoopt dat het geloof haar op de weg van compassie en humaniteit houdt. Een ander antwoordde: „Door dagelijks te bidden en de Bijbel te lezen, probeer ik mijn daden hierop af te stemmen.”

Bijna 80 procent gelooft in een God Die zich met ieder mens bezighoudt of in een hogere macht die het leven beheerst. Meer dan de helft ziet God als Schepper van hemel en aarde, en 52 procent ziet Jezus als de Zoon van God. Zeven op de tien zeggen een ervaring gehad te hebben met God of een hogere macht. Ruim 50 procent ervoer dit in de ontmoeting met mensen; 
36 procent had een ervaring tijdens een godsdienstige bijeenkomst. Bijna 90 procent gelooft in leven na de dood. Bijna zes op de tien leden bidden een of meerdere keren per dag, zeven procent daarentegen nooit.

Een schaduwonderzoek onder protestantse predikanten laat een verschil zien tussen wat het actieve kerklid gelooft en wat de predikanten geloven. De meerderheid van predikanten die reageerden, gelooft in God als Schepper én een mee-lijdende God in plaats van een persoonlijke God, terwijl 30 procent meent dat er geen God of hogere macht bestaat.