Hernieuwde aandacht toren van Babel in moderne kunst
De toren van Babel is legendarisch. Het Bijbelse verhaal over de menselijke vermetelheid spreekt anno 2012 nog steeds tot de verbeelding, ook al wordt de historiciteit van de bouw en de daaropvolgende spraakverwarring algemeen betwijfeld.
In Palais des Beaux-Arts in de Noord-Franse stad Lille is een tentoonstelling ingericht die laat zien hoe hedendaagse kunstenaars zich door „de mythe van de toren van Babel” laten inspireren. ”Babel” toont een verzameling van 85 schilderijen, foto’s, beeldhouwwerken, installaties, films en stripverhalen die de verschillende facetten van het Bijbelverhaal in de hedendaagse kunst als onderwerp hebben. De bouw van de toren, de straf van God, de spraakverwarring en de verspreiding van het volk over de aarde worden herzien in het licht van de moderne geschiedenis.
Dubai
Het thema heeft door de eeuwen heen altijd een rol gespeeld in de kunst, maar de laatste jaren lijkt er sprake van een herleving. Wellicht hangt dit samen met de steeds hogere wolkenkrabbers die als moderne torens van Babel overal ter wereld verrijzen. In Dubai reikt de Burj Khalifa met zijn 828 meter naar de sterren en is daarmee het hoogste gebouw ter wereld. Ook de ongebreidelde groei van steden in Aziatische landen speelt onmiskenbaar een rol bij de revival. Kunstenaars uit die landen hebben een prominente plaats in de tentoonstelling. Mogelijk ook speelt de vernietiging van de Twin Towers in Amerika op 11 september 2001 een rol bij de hernieuwde belangstelling voor het thema.
Daarnaast is internet in korte tijd uitgedijd tot een medium met onbegrensde mogelijkheden, maar ook met schaduwkanten die onbeheersbaar lijken te worden. Ook dat fenomeen associëren kunstenaars met de toren van Babel.
Twee stromingen
Wat aan de tentoonstelling in Lille opvalt is dat het verhaal van de torenbouw uit Genesis 11 grofweg genomen in een tweestromenland is terechtgekomen. Sommige kunstenaars duiden het verhaal in positieve zin. De toren van Babel staat dan symbool voor het menselijke vermogen om vooruit en hogerop te komen. Het duidelijkste voorbeeld hiervan is de installatie van de uit Duitsland afkomstige kunstenaar Jakob Gautel (1965). Van 15.000 boeken –een ratjetoe van romans, kinderboeken, reisgidsen, dichtbundels, kookboeken en wetenschappelijke uitgaven in allerlei talen– maakte hij een spiraalvormige toren die herinnert aan het beroemde schilderij van de Toren van Babel van Pieter Bruegel de Oudere uit 1563. Het signaal is duidelijk: boeken zijn cultuurdragers die in al hun verscheidenheid weerspiegelen dat de mensheid gaandeweg steeds meer kennis en inzicht weet te verwerven.
Een vergelijkbaar optimisme spreekt uit ”De vruchtbare halvemaan” van de (eveneens Duitse) beeldhouwer en schilder Anselm Kiefer (1945). Het monumentale werk uit 2009 verbeeldt een gigantische bakstenen toren, die in verval lijkt. Menselijk leven is afwezig. Voor Kiefer zijn de stenen echter de bouwstenen van een nieuwe –naoorlogse!– cultuur. De ruïne is geen eindstation, maar vormt het begin van iets nieuws. Het zaad in de akker sterft, maar draagt juist daardoor vrucht. De titel van het werk verwijst niet voor niets naar de bakermat van de westerse cultuur: het oude Tweestromenland of Mesopotamië.
Apocalyptisch
Tegenover dit optimisme staat het pessimisme van kunstenaars die oog hebben voor de desastreuze gevolgen van het ongebreidelde vooruitgangsstreven van de mens voor het milieu, voor de samenleving, voor het individu. Deze kunstwerken zijn evenzoveel spiegels die de bezoekers ter waarschuwing worden voorgehouden.
De Chinese kunstenaar Yang Yongliang (1980) creëert met zijn bewerkte foto’s in de serie ”Heavenly Cities” apocalyptische taferelen, die de ondergang van de beschaving vergezellen. Een stad wordt in een reusachtige wolk –zeg maar gerust atoomwolk– tot stof verpulverd. Het warrelende puin reikt als een futuristische toren van Babel naar de hemel.
De Braziliaanse kunstenaar Vik Muniz (1961) legt met ”WWW (World Map)” uit 2008 de vinger bij de schadelijke gevolgen van internet als moderne toren van Babel. In dit drieluik is de wereld tot op de laatste centimeter bezaaid met de karkassen van computers die als het ware één onafzienbare megastad vormen. Het beeld is een metafoor van een planeet die ten onder gaat aan consumptie en materialisme die de mensheid zullen vernietigen.
De Franse kunstenaar Denis Bajram (1970) transformeert met zijn sciencefictionstripverhaal ”Babel” (vijfde deel van de reeks ”Universal War One”) het Bijbelverhaal naar de verre toekomst. Ook hier apocalyptische taferelen. In het jaar 2098 is de aarde compleet vernietigd; enkele mensen ontsnappen doordat ze zich plotseling dertig jaar later ergens in de ruimte bevinden. Bajram schrijft: „Twintig miljard doden, duizend beschavingen tot as vergaan, het oorspronkelijke paradijs vernietigd.” Maar toch: er gloort licht aan de einder. „De verovering van de ruimte is de motor van de vernieuwing van de mensheid.” In die zin sluit dit werk van Bajram aan bij Kiefers ”Vruchtbare halvemaan”.
Holocaust
Inktzwart daarentegen is ”No Woman, No Cry” van het Engelse duo Jake (1966) en Dinos (1962) Chapman uit 2009. De broers verbinden op een provocatieve manier Babel met de Holocaust en de vernietiging van de Joden tijdens het naziregime. ”No Woman, No Cry” is een landschap vol wrede, oorlogszuchtige en demonische figuren naast verwilderde en doodsbange gestalten die geofferd worden op het altaar van de haat.
Tegelijk overstijgt dit kunstwerk het historische kader. De helse wereld die de Chapmanbroers verbeelden komt voort uit de donkerste spelonken van de menselijke geest, en daarmee is die wereld universeel en van alle tijden. Het is Babel in zijn meest onversneden vorm.
De tentoonstelling ”Babel” is tot en met 14 januari te zien in Palais des Beaux-Arts de Lille.
Babel
Babylon of Babel is een stad uit de oudheid die aan de Eufraat in het huidige Irak lag, zo’n 80 kilometer ten zuiden van wat nu Bagdad is. Vermoedelijk was Babylon tussen 1770 en 1670 voor Christus de grootste stad van de wereld. Babylon is een Griekse verbastering van het Akkadische ”Bab-Ilim”, wat ”de Poort van God” betekent. Ook het Hebreeuwse woord ”balal” (verwarring) houdt verband met deze naam. Moderne wetenschappers denken dat de toren van Babel uit Genesis 11 verwijst naar de ”ziggurat” –een trapvormige piramide met zeven terrassen– die in de zesde eeuw voor Christus door Nebukadnezar II werd voltooid. De Griekse geschiedschrijver Herodotus (vijfde eeuw voor Chr.) geeft in zijn ”Historiën” een beschrijving van deze toren, die 91 meter hoog was. Pieter Breugel de Oudere liet zich hierdoor inspireren bij het maken van zijn drie schilderijen van de toren van Babel. In de Bijbelse chronologie is de toren van Babel beduidend vroeger gedateerd.