Muziek

Reformatie van Luther was een zingbeweging

HALLE – De Reformatie van Luther was een beweging van het Woord. Maar niet minder ging het om een ”zing­beweging”, waarbij het lied een voertuig werd van het nieuw ontdekte Evangelie.

27 August 2012 09:28Gewijzigd op 14 November 2020 22:50
Luther zingt met zijn gezin. Ets (ca. 1825) van Peter Carl Geissler. Foto Stiftung Luthergedenkstätten in Sachsen-Anhalt
Luther zingt met zijn gezin. Ets (ca. 1825) van Peter Carl Geissler. Foto Stiftung Luthergedenkstätten in Sachsen-Anhalt

Op 6 mei 1524 wordt in Magdeburg een rondreizende handwerker in textiel gearresteerd en vastgezet. Hij heeft op de markt liederen van Luther verkocht en een paar ervan staan zingen. De bevolking van Magdeburg pikt de gevangenneming echter niet en bestormt en masse de kelder van het raadhuis waar de man zit. Zo’n 800 mensen ontzetten de verkoper-zanger en zetten in diens plaats een van de stadsknechten vast. Nog in hetzelfde jaar wordt de Reformatie in Magdeburg doorgevoerd.

Het voorval in de Duitse stad illustreert hoe in het begin van de Reformatietijd de nieuwe leer van Luther zich onder andere verspreidt door het zingen. Eind 1523 duiken de eerste liederen van de Wittenbergse reformator op. Ze worden aanvankelijk op losse blaadjes verspreid. In 1524 verschijnt in Erfurt het eerste gezangboekje, met 25 ”Martinische Lieder”. Het boekje vormt het begin van een lange lutherse liedboek­traditie.

Uit dit alles blijkt dat de vroege Reformatie een ”zingbeweging” was, stelt Cordula Timm-Hartmann. Zij voerde de eindredactie van de tentoonstelling ”Weil sie die Seelen fröhlich macht. Protestantische Musikkultur seit Martin Luther”, die in het Duitse Halle an der Saale is ingericht. De tentoonstelling, die nog tot 
23 september loopt, sluit aan bij het themajaar van de Evangelische Kirche in Duitsland: ”Reformation und Musik”.

Muziek speelde niet alleen in Luthers persoonlijk leven een grote rol –hij zong, speelde luit, schreef liedteksten, maakte melodieën–, maar ook in zijn theologie. Muziek is een scheppingsgave, die tot eer van God aangewend moet worden. De menselijke stem is het mooiste instrument dat er is, daarom moet vooral het zingen ontwikkeld worden, in kerk, huis en school, aldus Luther. Als dan kerk en theologie opnieuw teruggebracht worden naar het Woord, is het niet anders dan noodzakelijk dat er liederen komen waarin de kern van de ‘nieuwe’ theologie vertolkt wordt. Luthers ”Ein feste Burg” en ”Aus tiefer Not” zijn bekende uitvloeisels van dit ideaal.

Intussen vormt deze insteek van Luther het begin van vijf eeuwen protestantse muziekcultuur waarmee Duitsland bekend werd, zo blijkt uit de mooie tentoonstelling. Sinds Luther komt in het kader van de lutherse eredienst een productie van kerkmuziek op gang die haar weerga niet kent. De kerkmuzikale composities van mannen als Praetorius, Schein, Schütz en Buxtehude zijn hiervan mooie voorbeelden. Met als hoogtepunt de kerkelijke cantates van Bach.

De belangrijkste ruimte van de tentoonstelling is gewijd aan Halle zelf. Rond 1700 is daar de piëtist August Hermann Francke actief, onder andere in de opvang van en het onderwijs aan weeskinderen. De muziekpedagoog Johann Anastasius Freylinghausen zorgt ervoor dat het vroomheidsideaal van het piëtisme vertaald wordt naar de muziek. In de gezangboeken die hij uitgeeft, zijn meer dan 1500 liederen verzameld. Tijdens de openbare ”Singstunden” worden ze aangeleerd. Zelfs een ”Harfenuhr” wordt ingeschakeld: ieder uur laat de klok twee nieuwe liederen uit het gezangboek van Freylinghausen horen. Want, redeneert Francke, liederen en muziek zijn een goed middel om de vroomheid te bevorderen. Daarmee staat de piëtist heel dicht bij Luther.

Meer informatie: www.francke-halle.de

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer