Dat zei Groeneweg dinsdagmiddag.

Het is al jarenlang een gewoonte dat inwoners van Vianen en bezoekers uit de verre omtrek zich op warme dagen verpozen op de kleine, besloten strandjes langs de kilometerslange ‘kustlijn’ van de Lek in de gemeente Vianen.

Niets mis mee, vindt Groeneweg. „Iedereen is van harte welkom langs de rivier. Je kunt er veel zien en zo’n uitje is een mooie traditie. Kwalijk is dat bezoekers in toenemende mate hun troep op de strandjes achter­laten. Het afval varieert van plastic tot flessen, glaswerk en complete pakken lauw geworden vruchten­sap. Dat stoort veel mensen, het is geen gezicht en vormt bepaald geen reclame voor de gemeente.”

Het is echter lastig om de daders aan te pakken constateert Groeneweg. „De grond is in veel gevallen in het bezit van particuliere eigenaren, Rijkswaterstaat of het recreatieschap. Dat maakt het moeilijk voor de gemeente om borden en afvalbakken te plaatsen.”

Ook handhavend optreden kan niet, legt de burgemeester uit. „We hebben simpelweg geen bevoegdheid om in te grijpen. Maar ook als we die wel zouden hebben, zou het niet eenvoudig zijn. Als je de bevuilers niet op ‘heterdaad’ betrapt, zeggen mensen al gauw: Dat afval is niet van ons. Dat lag er al.”

Grondeigenaren voelen er weinig voor om hun gebied af te zetten. „Bovendien moeten dan de goeden onder de kwaden lijden”, schetst Groeneweg het dilemma.

Dus twitterde de burgemeester zijn ongenoegen de afgelopen dagen van zich af, wat werd opgemerkt door media en de inwoners van zijn gemeente. „Dan zie je het nut van twitteren. Ik heb talloze steunbetuigingen gehad. En allerlei suggesties. Om afvalbakken te plaatsen, flyers te verspreiden en posters bij supermarkten te plakken.”

Groeneweg is blij met al die aandacht. „De daders moeten weten dat hun gedrag gesignaleerd wordt. Hopelijk kunnen we zo een mentaliteitsverandering teweegbrengen. Want dat is nog het meest effectief.”