De brancheorganisatie trekt aan de bel bij de politiek. TLN ziet „een belangrijke taak weggelegd voor het nieuwe kabinet” om het beroepsgoederenvervoer op weg te helpen. „Geen lastenverzwaring, maar juist maatregelen die het consumentenvertrouwen in de economie helpen herstellen.”

Het goederenvervoer over de weg is volgens TLN „de graadmeter van de economie”. Als de economie aantrekt en consumenten meer besteden, merken ze dat direct in het vervoer.

Na de eerste 3 maanden van dit jaar deed TLN ook al een beroep op de politiek. De bedrijvigheid, omzet en winst in de sector lagen toen op het laagste niveau in 2 jaar tijd. De situatie is in het tweede kwartaal iets verbeterd, maar „het gaat door de bank genomen onverminderd slecht.”

Volgens TLN heeft „slechts” de helft van de wegvervoerders winst geboekt in het tweede kwartaal. Een kwart hoopt nog quitte te spelen en 14 procent gaat uit van verlies. De helft van de transportbedrijven denkt dat het derde kwartaal van hetzelfde laken een pak zal zijn. Bijna vier op de tien (38 procent) rekenen er zelfs op dat de bedrijvigheid weer afneemt.

Vooral eigen rijders (zelfstandigen zonder personeel) en kleinere bedrijven met 1 tot 5 vrachtauto’s hebben het moeilijk. Verder hebben transporteurs in de bouw het zwaarder dan bijvoorbeeld vervoerders van levende dieren, melk en gevaarlijke stoffen. Ook zijn ze positiever in het intermodaal vervoer, waarbij lading van vrachtwagens wordt overgeslagen naar het spoor en vervoer over zee.

In de periode januari tot en met juni werden 90 faillissementen geteld in het wegtransport. Dit is 6 procent meer dan in dezelfde periode een jaar eerder. Wel is een opvallende daling in het aantal bedrijfsbeëindigingen. In het eerste halfjaar van 2012 besloten 202 transportondernemers te stoppen, tegen 211 een jaar eerder.