Volgens ds. Mensink kunnen waarheden die op het verkeerde moment worden uitgesproken, als onwaarheden gaan werken. Die stelling illustreerde de predikant vanuit het Bijbelboek Job. De drie vrienden van Job waren „heel orthodox” en spraken wel degelijk waarheden over God. Dat ze dat –ondanks al die waarheden– toch niet op de juiste manier deden, komt allereerst „doordat ze het spreken over God hebben opgebouwd vanuit een menselijk, rationeel schema”, een vergeldingsschema dat je als mens kunt narekenen.

Een andere oorzaak is dat ze „deze ene eigenschap van God, Zijn rechtvaardigheid, hebben geïsoleerd van de andere waarheden van God, zoals Zijn almacht, Zijn liefde, en vooral Zijn soevereiniteit.” Zo ontstaat ketterij: waarheden worden geïsoleerd van de totale waarheid en vervolgens vaak uitvergroot voorgesteld.

Ds. Mensink gebruikte ter illustratie het aan Isaac da Costa ontleende beeld van een schilderij dat ondersteboven wordt opgehangen: „Plaats het uitnemendste schilderstuk ondersteboven, en gij hebt de aanblik daarvan volkomen bedorven.” „Zo werkte dat ook met de redevoeringen van Jobs vrienden.”

De voorzitter van de Gereformeerde Bond benadrukte dat de opdracht niet eenvoudig is: „God heeft Zich geopenbaard, Hij heeft gesproken, en dus kan er ook over Hem gesproken worden. Maar spreken over God dóén wij niet maar even. Wij strooien niet maar even wat waarheden in het rond.”

De predikant erkende zelf: „Ik heb heel wat schilderijen ondersteboven opgehangen. Ik moet dagelijks leren dat ik met twee woorden moet spreken, minstens twee. Dat het kennen van God een geheimenis is, waarmee ik niet aan de haal kan gaan.”

Aan het eind van zijn toespraak formuleerde ds. Mensink drie uitgangspunten voor predikanten. Allereerst: „Ik kan niet óver God spreken zonder mét Hem te spreken. Zonder de verborgen omgang spreek ik, zelfs over God, als een schel metaal.”

Als tweede aandachtspunt noemde de predikant de persoonlijke ervaring van de waarheid: „Ik kan de waarheid over God niet spreken zonder zelf ook onder deze waarheid door te gaan.” En ten slotte: „Elke waarheid die niet verbonden is aan de openbaring van Jezus Christus, is een schilderij dat onderste­boven wordt opgehangen.”

De studieweek voor theologiestudenten staat in het teken van het ”Leren spreken over God”. Behalve ds. Mensink komen daarbij onder anderen dr. G. van den Brink, dr. M. J. Kater en prof. dr. G. Kwakkel aan het woord, naast de predikantechtparen Van den Berg en Ten Hove.