Ook Nederlander Klaas de Jonge vluchtte ambassade in
PRETORIA – De Nederlandse regering kreeg in 1985 zelf te maken met een eigen staatsburger die het ambassadegebouw in Zuid-Afrika binnenvluchtte. Als het tussen Ecuador en Groot-Brittannië net zo gaat, wordt het een lange en pijnlijke zaak.
Klaas de Jonge reed op 23 juni 1985 van Johannesburg in Zuid-Afrika naar Harare in Zimbabwe. Hij was op de terugweg van een smokkelritje die hij op dat moment regelmatig uitvoerde voor het ANC.
Toen hij nog met zijn ex-vrouw Helène Passtoors in Mozambique woonde, waren ze in contact gekomen met uitgeweken ANC-leiders, onder wie Joe Slovo. Toen diens vrouw door een bombrief (waarschijnlijk van de Zuid-Afrikaanse geheime dienst) om het leven kwam, besloot De Jonge de gewapende strijd te gaan steunen. Alles was erom te doen de apartheidspolitiek de wereld uit te helpen.
Zo reed hij regelmatig met wapens (van pistolen en kalasjnikovs tot dynamiet) in een geheime bergplaats in de auto van Zimbabwe naar Zuid-Afrika. Rond de grote stad Johannesburg verborg hij die in afgesproken schuilplaatsen en dan reed hij weer terug. De Jonge wist dat het ANC dat materiaal gebruikte voor aanslagen op de Zuid-Afrikaanse staat, maar dat daarbij vaak ook burgers omkwamen.
Vlak voor de grens met Zimbabwe werd De Jonge echter klem gereden. Zes agenten met getrokken pistool omsingelden hem.
Eenmaal overgebracht naar Johannesburg besloot De Jonge alle wapenopslagplaatsen aan te wijzen. Zo trok hij met enkele agenten in burger langs diverse plaatsen in de grote steden.
Op een van deze tochten lokte De Jonge de agenten het Nedbankgebouw in Pretoria binnen. Hier zat ook de Nederlandse ambassade.
„Kijk, hier wilden we een bomaanslag plegen”, zei De Jonge later dat hij gezegd had. „Ze keken die kant op en ik rende zo hard mogelijk de andere kant op.” Zo kwam hij bij de receptie van de ambassade.
Omdat De Jonge onder een speciale veiligheidswet werd vastgehouden, was de diplomatieke dienst niet van zijn arrestatie op de hoogte gesteld. De ambassade had wel een vermoeden dat er iets fout zat, omdat De Jonges zoon al bezorgd bij de ambassade in Zimbabwe navraag had gedaan.
Voordat de receptionisten (die achter glas zaten) iets voor de gevangene konden doen, hadden de twee agenten in burger hem alweer te pakken. De ANC-koerier kon nog net roepen: „Ik ben Klaas de Jonge, ik ben politiek gevangene.”
Toevallig loopt op dat moment een van de hoogste Nederlandse diplomaten langs, die vraagt de agenten zich te legitimeren en zegt er werk van te maken. Het (letterlijk) weghalen van iemand van ambassadegrond kan niet worden getolereerd.
Op de achtergrond speelt hierbij mee dat Nederland zich enorm verzette tegen de apartheidspolitiek van Zuid-Afrika. De ‘stamverwantschap’ die tot in de jaren vijftig en zestig tussen de landen werd gevierd, was nu omgeslagen in openlijke vijandschap. Den Haag schaamde zich ervoor dat het Nederlandse woord apartheid over de hele wereld irritatie opriep. Ook al was De Jonge maar enkele tellen op Nederlandse grond geweest, de ambassade beschouwde dit toch als schending van de soevereiniteit. Ook al ging het hier om iemand die het terrorisme steunde.
Zuid-Afrika begreep dat het volkenrechtelijk geen andere keus had. Op 19 juli werd hij daarom teruggebracht, maar niet zonder uitleveringsverzoek, om „die regsproses” ruimte te geven.
Uiteindelijk bleek niet de uitlevering de moeilijkste zaak te zijn. Dat wilde Nederland kortweg niet. Er speelde echter ook iets anders. Nederland had per eind september het huurcontract met Nedbank opgezegd. Op 8 oktober zou de diplomatieke status van het gebouw worden opgeheven en op die dag zou de politie De Jonge dus alsnog kunnen inrekenen. Want Zuid-Afrika zou niet toestaan dat deze terrorist met een vrijgeleide naar een ander gebouw zou worden vervoerd. Dat zou een nieuwe vernedering zijn.
Het heeft heel wat telefoontjes tussen Den Haag en Pretoria gevergd voordat er een contract was om een deel van het ambassadegebouw te blijven huren. Nu was het nog een kwestie van voorzieningen aanbrengen, zoals een douche en een toilet.
Bovendien werd De Jonge bewaakt. Buiten op de stoep stonden –net als nu bij de ambassade van Ecuador in Londen– zwaar bewapende Zuid-Afrikaanse agenten. En binnen waren twee onbewapende Nederlandse marechaussees.
Hier hield De Jonge het twee jaar uit, tot september 1987. Regelmatig maakte hij het de Nederlandse regering ongemakkelijk door vanuit het raam ”Free Nelson Mandela” te roepen of een ANC-vlag uit het raam te hangen.
Uiteindelijk komt hij bij een ingewikkelde gevangenenruil op vrije voeten.